CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, december 2009

 

 
   

Vivaldi - Blokfluitconcerten

Concerto in C, RV 444 - Concerto in g, RV 439 (La Notte) - Concerto da Camera in F, RV 98 (Tempesta di mare) - Concerto da Camera in g, RV 105 - Concerto in c, RV 441 - Concerto in C, RV 443.

Erik Bosgraaf (sopranino en altblokfluit) 

Cordevento (op oude instrumenten):

Alessandro Pianu (klavecimbel) - Izhar Elias (barokgitaar) - Sophie Rebreyend (barokhobo) - Benny Aghassi (barokfagot) - Zefira Valova (viool) - Ivan Iliev (viool) - David Woolfrey (altviool) - Linda Mantcheva (cello) - Silvia Jiménez Soriano (contrabas).

Brilliant Classics 93804 • 66' •


Zo'n zestig jaar geleden bracht Philips een plaat uit van De Vier Jaargetijden van Antonio Vivaldi, met I Musici en violist Felix Ayo. Daarmee begon de zegetocht van deze tot dan toe totaal vergeten componist, die ook tijdens zijn leven niet het succes behaalde waar hij zo hartstochtelijk naar verlangde. De afgelopen zes decennia buitelden de opnamen van De Vier Jaargetijden over elkaar heen. Honderden moeten er inmiddels zijn gemaakt. In het kielzog daarvan trekt een bonte stoet van werken aan ons voorbij. Honderden concerten, sonates, seculiere en geestelijke cantates, andere religieuze werken en niet te vergeten opera's, want daarmee wilde Vivaldi nu juist zijn tijdgenoten epateren.

Vivaldi gaf les aan de meisjes van een weeshuis in Venetië, een bezigheid die hem noopte om aan de lopende band concerten voor de meest uiteenlopende bezettingen te componeren. Een van de categorieën is die van het blokfluitconcert, waarvan hij er zowel in het genre Concerto da Camera - kamermuziek - als dat van het soloconcert een handvol produceerde. Sommige stukken zijn in twee incarnaties voorhanden, zoals de langzamerhand overbekende titels La Notte -de nacht - en La tempesta del mare - de storm op zee.

In de tijd dat dwarsfluitvirtuoos James Galway nog oppermachtig was in dit repertoire maakte hij die titels, samen met Il Gardellino, afkomstig uit het opusnummer 10, zes fluitconcerten van Vivaldi (ongetwijfeld een handige verkooptruc van een uitgever) tot bestsellers. Veel muziekliefhebbers zullen zo jarenlang in de veronderstelling hebben geleefd dat deze werken voor de dwarsfluit werden gecomponeerd.

De opkomst van de blokfluit is onlosmakelijk verbonden met het fenomeen Frans Brüggen. De stramme grijsaard die ons nu versteld laat staan met zijn inzichten in de Weense Klassieken was in zijn jonge jaren een begenadigd blokfluitvirtuoos - hij kon op de dwarsfluit overigens ook aardig meekomen - die door zijn uiterlijk ook nog eens menig meisjeshart sneller deed kloppen. De posters die met zijn platen werden meegeleverd waren vast niet voor papa.

Erik Bosgraaf (Drachten, 1980) speelt blokfluit, en volgens Frans Brüggen doet hij dat erg goed. Getuige het succes van eerdere opnamen zijn velen dat met hem eens. De box met de complete Fluyten Lusthof van Jacob van Eyck was een verrassende 'bestseller' in 2007. Bosgraaf is niet alleen musicus, hij studeerde ook musicologie. Ondernemen kan hij ook, want hij nam het initiatief tot het bijeenbrengen van het begeleidend ensemble op deze cd, Il Cordevento - snarenwind.

De speelmanieren zijn in de wereld van de oude muziek net zoveel aan modegrillen onderhevig als in de wereld van de brillenmode. Bij alle buitengewoon serieuze en boeiende discussies kunnen we ons niet onttrekken aan de idee dat uiteindelijk sprake is van totale anarchie. Iedereen doet wat hem of haar goeddunkt, vooral ondersteund met stevige uitspraken over historisch onderlegde ervaringen. Kijk maar naar de discussie over de koorbezetting van de vocale werken van J.S.B.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat het in willekeurige volgorde beluisteren van opnamen van deze concerten door Giovanni Antonini en 'Il Giardino Armonico', of Peter Holtslag en 'The Parley of Instruments' naast Erik Bosgraaf en 'Cordevento' het gevoel doet ontstaan dat je naar totaal verschillende stukken zit te luisteren. Het percussieve rammen op strijkinstrumenten, dat een handelsmerk is van 'Il Giardino Armonico' staat in schril contrast tot het brave legatospel van 'The Parley of Instruments'. Bosgraaf en Cordavento doen het dus helemaal anders.

Neem het begin van het succesnummer La Notte. Inzichten in de uitvoeringspraktijk leerden ons ooit dat gepunteerde ritmes gelijkgetrokken moeten worden. Dus de triolen die Bosgraaf speelt moeten door Cordevento worden gevolgd. Niet dus. Bosgraaf speelt in zes, Cordevento in vier. Zo deden ze het voor de oude-muziek-revolutie ook. Maar Bosgraaf studeerde musicologie, dus dit is geen domheid, maar een bewuste keuze. Het tempo van dit eerste deel neemt hij ook nog eens zo langzaam dat hij 45 seconden later inklokt dan de competitie. Met als gevolg dat de lang aangehouden noten, die hij dan ook nog eens trillerloos maar wel met vingervibrato speelt, eindeloos lijken te duren. Zijn ademcontrole is al even fenomenaal als zijn vingervlugheid.

Erik Bosgraaf is kennelijk een eigenwijze muzikant, die zijn al even eigenwijze companen met zorg heeft uitgekozen. Het klinkende resultaat is overdonderend, als je dat al over een blokfluit kunt zeggen. Zijn technisch kunnen is onbegrensd, zijn muzikale ideeën zijn hondsbrutaal maar worden met grootse overtuigingskracht gepresenteerd en zijn makkers zijn net als hij bezeten van muziekmaken. Zijn fagottist probeert hem af te troeven waar hij bijstaat. Dit is een leuke, provocerende, maar bovenal ongemeen boeiende cd. Vivo Vivaldi. 


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links