CD-recensie
© Siebe Riedstra, november 2016
|
In 1985, op de grens van de overgang van elpee naar cd, bracht het label Erato een dubbelelpee uit met de Pianokwintetten van César Franck, Gabriel Pierné en Louis Vierne. Ze werden gespeeld door pianist Jean Hubeau en het Quatuor Viotti in exemplarische uitvoeringen. Vanwege de onhandige totale lengte is het van een complete heruitgave nooit gekomen. Het kwintet van Franck werd op cd uitgebracht in combinatie met de vioolsonate, dat van Pierné eveneens met diens vioolsonate, en dezelfde procedure gold voor Vierne. Die drie cd's zijn geruisloos uit de catalogus verdwenen, en tweedehands zijn het inmiddels collectibles. Tijd voor een heruitgave misschien? Wat betreft het pianokwintet van Vierne hoeft de verzamelaar daar niet op te wachten. Het label Brilliant heeft zich zo te zien over Louis Vierne ontfermd. De blinde orgelvirtuoos Vierne dankt zijn faam aan meesterlijke orgelwerken, dus lag het voor de hand om daarmee te beginnen. De Britse organist Jeremy Filsell speelde de complete zes symfonieën op het Cavaillé-Coll orgel van St. Ouen te Rouen. Brilliant bracht ze uit in een licentie van het label Signum. Daarna investeerde het label in een originele cd vol pianowerken die ik hier al heb besproken. De pianiste is Muza Rubackyté (1959), die haar tijd verdeelt tussen haar geboorteland Letland en Parijs. Rubackyté lijkt eveneens de drijvende kracht achter deze uitgave; ze speelt de pianopartij in het kwintet en begeleid sopraan Anaïk Moral in de liederencyclus Spleens et detresses. De teksten van Louis Verlaine zijn overbekend van zettingen door o.a. de jonge Ravel (Un grand sommeil noir) en Debussy (Spleen uit Ariettes oubliés). Moral en Rubackyté kiezen voor een expansieve uitvoering waarin een forse pianoklank gepaard gaat aan een dramatische spopraan. Een iets grotere ruimte met wat meer afstand tot de stem was opnametechnisch prettiger geweest. Het driedelige pianokwintet behoort tot het allermooiste dat in dat genre geschapen is. De sfeer van deze muziek pendelt tussen de duistere romantiek van Rachmaninov en de harmonische vernieuwingen van Debussy, en wordt hier uitstekend getroffen door Rubackyté en het Terpsycordes Quartet. De opname, gemaakt in de studio van pianofabrikant Fazioli is weldadig sonoor. Een waardevolle toevoeging aan het nog steeds te mager vertegenwoordigde oeuvre van een schromelijk onderschat componist. index |
|