![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, januari 2012
|
Vasks: Te Deum – Viatore – Canto di forza – Musica seria – Cantus ad pacem Tuomas Pyrhönen op het Walcker-orgel van de Dom te Riga Alba ABCD 325 • 76' • (sacd)
Orgelmuziek uit Letland, dat kan maar één ding betekenen: we gaan luisteren naar het Walcker-orgel van de Dom te Riga (1884). In de loop van zijn bestaan de hemel in geprezen, verguisd en herrezen. Bij de inauguratie was het het grootste kerkorgel ter wereld, maar in de naoorlogse minachting voor ‘fabrieksorgels’ kwam het er niet meer aan te pas. De tijden veranderen en in de jaren 1981-3 was het uitgerekend de Nederlandse bouwer Flentrop – eens de ongekroonde koning van de Hollandse neo-barok – die dit grootse instrument in zijn oorspronkelijke luister mocht herstellen. Dat is de luister van een mechanisch kegelladenorgel, gebouwd in een historische barokke orgelkas uit de zeventiende eeuw. De restauratie van die kas was nog in volle gang toen ik een paar jaar geleden dit wereldwonder met eigen ogen mocht aanschouwen. Er is één componist uit Letland die het tot internationale bekendheid heeft gebracht, en dat is Peteris Vasks (1946). Net als zijn collega Arvo Pärt, afkomstig uit Estland, heeft hij de wereld veroverd met muziek die afwisselend omschreven wordt als ‘minimal music’, en nieuwe spritualiteit. Muziek die zich zelfbewust afzet tegen het ‘piep-knars’ modernisme van de naoorlogse decennia, waarmee beide heren overigens ook hun start maakten, getuige het Eerste strijkkwartet (1977) van Vasks en de beide eerste symfonieën van Pärt uit de jaren 1960. De latere werken van Pärt en Vasks worden door de modernisten uiteraard als gemakzuchtig afgedaan. Als we even afzien van die tamelijk voor de hand liggende controverse blijkt dat er intussen een ander aspect is gaan meespelen. Componisten – zelfs de piep-knarsers - willen hun publiek aanspreken, bereiken en zelfs ontroeren – en dat is wel eens anders geweest. Pärt en Vasks hebben een grote schare bewonderaars. Op deze cd vinden we drie originele orgelwerken en twee bewerkingen van orkestpartituren: ‘Viatore’ werd oorspronkelijk geschreven voor strijkorkest, en ‘Canto di forza’ was het resultaat van een opdracht van de twaalf cellisten van de Berliner Philharmoniker. Talivaldis Deksnis, een van de hoofdorganisten van de Dom te Riga, en goed bevriend met Vasks, werkte samen met de componist aan die transcripties en nam ze op voor het label Wergo (6712), uiteraard op ‘zijn’ Walcker-orgel. De Finse organist Tuomas Pyrhönen volgt in zijn voetsporen, in super audio en met exact hetzelfde programma. In de vergelijking profiteert Deksnis van informatie uit de eerste hand, Pyrhönen krijgt het extra van super audio op zijn conto. Samenvattend mogen we vaststellen dat het Te Deum van Peteris Vasks een orgelwerk is waar voorlopig rekening mee moet worden gehouden, gezien het feit dat het stuk steeds vaker opduikt op recital-cd’s en orgelconcerten. Deze uitgave biedt een uitstekende kennismaking in super audio. index |