CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, augustus 2013

 

Tsjaikovski: Symfonie 6 in b, op. 74 – Romances op. 6 nr. 1,2, 5, 6 - op. 73 nr. 2, 4, 6 (bewerking voor viool en piano)

Lisa Batiashvili (viool), Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Yannick Nézet-Séguin (piano)

DG 479 1551 • 65' •

Opname: augustus 2012, De Doelen, Rotterdam (Symfonie); november 2012, MCO Studio 5, Hilversum

 

 

De Rotterdammers kunnen hun geluk niet op: een cd-contract met het label Deutsche Grammophon. Het eerste Nederlandse orkest dat die eer te beurt valt. Dit is de debuut-cd, veroorzaakt door Yannick met de achternaam die niemand kan onthouden. Laat die Yannick nou ook nog eens heel mooi kunnen pianospelen, en vooral ‘begeleiden’. Dat doet hij op de tweede helft van deze schijf, en zijn partner is violiste Lisa Batiashvili, en het moet gezegd worden, ze steelt de show. Nota bene met bewerkingen van liederen, een selectie uit de Romances op. 6 en 73. Lisa spreekt Russisch, en ze vertaalt dat naar haar viool, en hoe! Dat de opnametechnici vergaten dat de microfoon tussen twee sessies radicaal verplaatst werd zullen we gemakshalve maar vergeten (het gebeurt in opus 6, tussen track 7 en 8). Lisa verdient een Tien met een Griffel, en Yannick laat even horen dat hij behalve dirigeren ook nog een vak geleerd heeft – van mij hadden ze nog een kwartiertje mogen doorgaan. Hoe zou het trouwens komen dat we die schitterende liederen van Tsjaikovski zo bitter weinig te horen krijgen? Volgens Valery Gergiev komt dat doordat de tijden van Irina Arkhipova (1925-2010) voorbij zijn. Bent u nieuwsgierig geworden? Luister dan eens naar de laatste track van deze cd – Tsjaikovski’s geloofsbelijdenis.

Dat brengt ons op de hoofdschotel, de Pathétique, een symfonie die Yannick naar eigen zeggen met enige schroom heeft opgenomen. Die schroom werd veroorzaakt door de zijns inziens definitieve opname die Jevgeni Mravinski met het orkest van Leningrad vastlegde voor Deutsche Grammophon (in 1960, op tournee in Londen). Waarbij ik graag aantekenen dat een jaar later misschien wel de meest verschroeiende Pathétique is gemaakt door Carlo Maria Giulini, met het Philharmonia Orchestra. Ook al in Londen en voor EMI, toen nog met ijzeren vuist geregeerd door Walter Legge. Het derde deel van de symfonie, een onstuitbare mars, ontleent zijn effect aan een onstuitbaar tempo, dat van begin tot eind moet staan als een huis. Giulini is hier de keizer, Mravinski de koning, en Yannick de kroonprins die ten prooi valt aan de voor de hand liggende verleiding om tegen het eind nog een tandje te versnellen – of zou dat gewoon een andere ‘take’ zijn? Verder valt op dat de opname van Mravinski uit 1960 breder in het spectrum staat dan die uit 2012, iets dat me ook al opviel bij de Rotterdamse BIS-opname van Ein Heldenleben. De Pathétique is een vast bestanddeel van Yannicks repertoire, van Tokyo tot Wenen. Zijn greep op het stuk is ferm, en het orkest speelt de sterren van de hemel – maar Lisa Batiashvili raakt je tot in het diepst van je ziel.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links