CD-recensie
© Siebe Riedstra, november 2019 |
Sir Michael Tippett (1905-1998) was een buitenbeentje in het Britse muziekleven: homoseksueel en principieel dienstweigeraar in een tijd waarin dat niet geaccepteerd werd. Het kwam hem op gevangenisstraf te staan, maar dat verhinderde hem niet om zijn linkse en pacifistische standpunten muzikaal uit te dragen. Zijn bekendste werk is het oratorium A Child of our Time, dat ooit in Nederland met een zekere regelmaat te horen was. Tippett schreef vier symfonieën, waarvan de twee laatste dankzij dirigent Colin Davis ook door het Concertgebouworkest werden gespeeld. Tippett schrijft in deze beide symfonieën niet alleen hondsmoeilijke noten voor het orkest, het zijn ook werken die nogal wat eisen stellen aan de luisteraar. Het label Hyperion vond dirigent Martyn Brabbins bereid om Tippetts symfonieën opnieuw vast te leggen, en de eerste aflevering werd hier besproken door collega Aart van der Wal. Waarbij wel aangetekend moet worden dat er al uitstekende registraties voorhanden zijn van Colin Davis (de Derde, London Symphony Orchestra), Georg Solti (de Vierde, Chicago Symphony), en de componist zelf (Twee en Vier, BBC Symphony Orchestra). Op deze uitgave voegt Brabbins een jeugdwerk uit 1933 toe, een Symfonie in Bes die Tippett terugtrok zodra hij zijn eerste grote successen boekte. Het is een wat kleurloos werk, en alleen interessant voor doorgewinterde fans van de componist. Voor het overige zijn deze registraties in opnametechnisch uitstekend geslaagd, maar wie de oudere uitgaven bezit kan gerustgesteld ademhalen. De tweede helft van de Derde symfonie bestaat uit een vierdelige blues voor sopraan, zoals gebruikelijk bij Tippett op een eigen tekst. Rachel Nicholls valt in dit deel nogal tegen, zeker vergeleken bij de magistrale Heather Harper uit 1973, maar dat is niet in de laatste plaats te danken aan de visionaire vertolking van Sir Colin. index |
|