CD-recensie
© Siebe Riedstra, september 2016
|
Ein Lully wird gerühmt, Aldus Johann Mattheson, componist, theoreticus en muziekpublicist over Georg Philipp Telemann. Telemann werd vier jaar eerder geboren dan Bach, in 1681, en hij overleefde hem met zeventien jaren - hij overleed in 1767. Dat is niet de enige reden dat zijn productie die van Bach flink overtreft, terwijl Bach toch niet bepaald heeft stilgezeten. Telemann schreef onwaarschijnlijk gemakkelijk - Georg Friedrich Händel, ook een noeste werker, merkte op dat Telemann noten schreef 'zoals een ander een brief schrijft'. Zijn eerste werkgever verplichtte hem om Ouvertures (Franse Suites) te schrijven in de stijl van Lully. Dat resulteerde in zo'n tweehonderd partituren, in amper twee jaar - en die stukken duren al gauw een klein halfuurtje per stuk. Telemann had een soevereine beheersing van de diverse idiomen die in het Europa van zijn tijd de ronde deden, zowel de Italiaanse stilo concertante met zijn concerti grossi, als de Franse gôut met zijn danssuites. Aan die beide voegde hij een Poolse component toe, want tussen 1704 en 1706 verkeerde hij regelmatig in Silezië, waar hij uit de eerste hand kennismaakte met de locale volksmuziek. Naar eigen zeggen een bron van ideeën 'voor het leven'. Telemann produceerde niet alleen muziek, hij was buitengewoon handig in het propageren van zijn eigen werken. Van vele bundels overzag hij zelf de gedrukte uitgaven, die hij dan middels advertenties over heel Europa wist uit te venten. Zo verscheen in het Hamburgse blad Berichten von gelehrten Sachen in 1732 een annonce met de uitnodiging om in te schrijven op een editie van 'Musique de table'. Meer dan tweehonderd reacties kwamen binnen, waaronder eentje van een zekere 'Mr. Hendel, Docteur en Musique, Londres'. De 'Musique de Table' ofwel Tafelmuziek bestaat uit een drietal bundels (Production I, II en III) die ieder opgebouwd zijn volgens een vast stramien. Ze beginnen met een Ouverture in de Franse stijl, gevolgd door de bekende dansen, samen goed voor een Suite van zes of meer delen. Dan volgt een Quatuor in wisselende bezetting, bijvoorbeeld twee violen, traverso en viool of fluit, hobo en viool - uiteraard begeleid door een basso continuo. Daarna een Concert voor twee solisten - fluit en viool of twee hoorns. Vervolgens een solosonate voor hobo, traverso of viool, weer met contionuobegeleiding. Het geheel wordt afgesloten door een Conclusion, die in feite het laatste deel van de openingssuite is. Bij geïsoleerde uitvoeringen van de suites werd vroeger nogal eens vergeten dat die Conclusion er ook nog bijhoorde... Musica Amphion is het geesteskind van Pieter-Jan Belder, in nauwe samenwerking met Rémy Baudet. Belder is virtuoos op de toetsen en de blokfluit, en hij laat dat op deze opname overtuigend horen: behalve de continuopartijen neemt hij in het Quatuor van de Tweede productie, voor blokfluit en twee traverso's de blokfluitpartij voor zijn rekening. Rémy Baudet is behalve concertmeester van het Orkest van de Achttiende Eeuw ook concertmeester van Het Gelders Orkest. Samen hebben zij uit de kring van musici die hen omringen een keuze gemaakt waarin veel bekenden uit de kring rond Frans Brüggens orkest voorkomen, waaronder traversospeler Wilbert Hazelzet, hoboïst Alfredo Bernardini en hoornist Teunis van der Zwart, om maar een paar te noemen. Over de kwaliteit van de uitvoeringen hoeven we ons dus geen zorgen te maken, temeer waar duidelijk blijkt dat men uitgebreid de tijd heeft genomen voor een zorgvulduige instudering. Ook op de bezetting is niet bezuinigd. Aangezien de uitgave is gebaseerd op losse partijen is in principe alles mogelijk in de twee 'grote' werken, suite en concert. Elders las ik dat men koos voor een uitvoering in enkelvoudige bezetting, omdat Telemann enkelvoudige 'stimmen' publiceerde. Dat is natuurlijk onzin, ook de uitgever Breitkopf publiceerde in de negentiende eeuw Schuberts Vijfde Symfonie in een editie met '12 stimmen'. Uiteraard moet men daarbij de strijkerspartijen naar beschikbaarheid bezetten. Hier gebeurt dat lekker luxe met acht violen, twee altviolen, vier celli en drie contrabassen. Volgend jaar is het 250 jaar geleden dat Georg Philipp Telemann overleed. In afwachting van een Telemannjaar is het tijdens de op handen zijnde feestdagen alvast heerlijk dineren met deze schitterende uitvoeringen van de best denkbare tafelmuziek. Bon appétit. index |
|