CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, oktober 2022

Inventio – Bach | Tanejev

Tanejev: Trio in D, op. 21

Bach: Driestemmige Inventionen BWV 787-801 (bew. Ferdinand David) – Tweestemmige Inventionen BWV 772-786

Yulia Berinskaya, Valentina Danelon (viool), Anna Serova (altviool)
Brilliant Classics 96479 • 68' •
Opname: okt. 2021, Danelon Studio, Pordenone (I)

   

Sergej Ivanovitsj Tanejev (1856-1915) was zijn leven lang bevriend met Tsjaikovski en verzorgde als pianist alle premières van diens werken voor piano en orkest. Het is dus onvermijdelijk dat Tanejev in zijn jonge jaren beïnvloed werd door zijn vriend en mentor, maar de volwassen Tanejev lijkt in niets op zijn beroemde landgenoot. Voor hem geen warmbloedige lyriek of smachtend pathos, maar een geserreerd classicisme met een kosmopolitische inslag, vergelijkbaar met de Fransman Saint-Saëns. Tanejev had een heldere, intellectuele instelling en was een meester in het contrapunt. Behalve vier symfonieën en een handvol vocale werken schreef hij veel kamermuziek, waaronder een trio voor de zeldzame bezetting van twee violen en altviool.

Tanejev had niet alleen niets met het idioom van Tsjaikovski, hij had ook geen interesse in de ideeën van Het Machtige Hoopje, de componisten rond Moesorgski die zich lieten inspireren door de Russische volksmuziek. Tanejev koesterde een mateloze bewondering voor Johann Sebastian Bach, en wijdde een uitvoerige studie aan diens werk, resulterend in een machtig leerboek in het contrapunt (ook vertaald in het Engels).

Zijn ideeën over het contrapunt kon hij op zijn beurt weer kwijt in zijn vocale werken en in de kamermuziek, waaraan hij zich met name wijdde in de laatste jaren van zijn leven, toen hij zich als zelfstandig kunstenaar nog slechts bezig hield met pianospelen en componeren. Een fraai voorbeeld van zijn expertise in oude vormen en technieken horen we terug in het langzame deel van zijn Pianokwintet in g, opus 30, naar het voorbeeld van de Finale van Brahms' Vierde symfonie een heuse chaconne. Een meeslepende uitvoering van dat kwintet is te beluisteren op YouTube, in een uitvoering door Pletnev en vrienden, live tijdens het festival van Verbiers in 2003.

Het naamloze trio van drie dames op deze cd heeft Tanejevs liefde voor Bach vertaald naar de titel van deze cd: Inventio. Daarmee wordt verwezen naar de twee- en driestemmige inventionen die Bach uit didactische overwegingen schreef voor zijn klavier spelende zoons. De driestemmige werden met dezelfde didactische bedoelingen getranscribeerd voor de bezetting van twee violen en altviool, door Ferdinand David (1810-1873). David was vanaf 1836 concertmeester van het Gewandhausorchester onder kapelmeester Mendelssohn, en deelde diens passie voor Bach. De beide violistes op deze cd lieten zich op hun beurt inspireren door David. Zij verplaatsten de tweestemmige inventionen van het klavier naar de viool, door de linkerhandpartij te octaveren. Overigens bezorgde Ferdinand David eveneens een transcriptie van de tweestemmige inventionen, maar dan voor viool en altviool.

De directe aanleiding tot dit alles is de ongebruikelijke bezetting van het strijktrio van Tanejev. Waar de standaardbezetting van dit medium bestaat uit viool, altviool en cello, heeft Tanejev de bas een octaaf omhooggeschoven van de cello naar de altviool, die op zijn beurt plaats maakt voor een tweede viool. Wie in dit werk allerlei contrapuntische snufjes verwacht, komt bedrogen uit. Tanejevs hanteert hier een wat archaïsch aandoende, kosmopolitisch romantische stijl, die getuige de vele stijlbloempjes hoorbaar is geënt op Mozart.

De kamermuziek van Tanejev is discografisch goed vertegenwoordigd, met onder meer een complete uitgave van de strijkkwartetten en -kwintetten door het Utrecht String Quartet op MDG. Wat betreft de strijktrio's is het even oppassen geblazen, want er is ook een strijktrio in de traditionele bezetting voor viool, altviool en cello, net als het hier ingespeelde werk in de toonsoort D. De drie dames op deze cd hebben wat betreft de combinatie Bach – Tanejev uiteraard het rijk alleen. Het gekozen concept is duidelijk en snijdt hout, de uitvoeringen getuigen van gedegen voorbereiding en technisch kunnen. Wel zijn ze in het klassiek-romantische idioom van Tanejev iets overtuigender dan in de sterengere noten van Bach. De opname is nogal direct en had iets meer ruimte kunnen hebben. Al met al een intrigerende confrontatie met deze onverwachte, maar voor de hand liggende combinatie van een eigengereide Rus met zijn grote idool.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links