CD-recensie
© Siebe Riedstra, mei 2021 |
Het label Naxos komt hier binnen een jaar al met een tweede cd vol werken van Nikos Skalkottas, gespeeld door het Athens State Orchestra onder leiding van Stefanos Tsialis, van 2014-2020 chef-dirigent van dit ensemble. Het is een goede gewoonte van Naxos om geen half werk af te leveren, dus wie weet wat voor moois ons nog uit Athene zal bereiken. Want ondanks het feit dat het Zweedse label BIS zich al uitgebreid heeft beziggehouden met Skalkottas (maar liefst twintig cd's werden voornamelijk in IJsland opgenomen), blijft er voldoende materiaal over. Op de hier besproken eerste Naxos-uitgave presenteerden de Grieken de discografische première van een symfonie voor blaasorkest, een neoklassiek werk uit 1947. Op de nu te bespreken uitgave is het opnieuw raak, met drie delen uit het ballet The sea, eveneens uit 1949, geschreven in een neoromantisch idioom. De grote verrassing is echter een Suite voor groot orkest, ontstaan in 1929 in Berlijn, daar achtergebleven en verdwenen, en in 1935 door de componist uit zijn geheugen opnieuw uitgeschreven. Nikos Skalkottas was een getalenteerde violist die als tiener begon met componeren. Hij had de dubbele pech om als kind van arme ouders te worden geboren in Griekenland, in 1904. Een studiebeurs kreeg hij, maar in het conservatoriumorkest werd hij achteraan bij de violen gezet. Nikos mocht dan de beste violist van de school zijn, een jongen uit een rijke familie was de concertmeester. Zijn composities werden niet gespeeld, die van zijn bemiddelde generatiegenoot Dimitri Mitropoulos wel. Toen Mitropoulos eenmaal een beroemd dirigent was heeft hij zich nooit om de werken van Skalkottas bekommerd, met het excuus dat die zich vanzelf zouden doorzetten wanneer ze de moeite waard bleken…. Skalkottas kreeg een beurs om in Berlijn viool te gaan studeren, maar door een blessure plus innerlijke drang besloot hij om componist te worden. Na studie bij o.a. Kurt Weill werd hij opgenomen in de compositieklas van Arnold Schönberg, die hem zich later herinnerde als een van zijn meest getalenteerde leerlingen. Persoonlijke tegenslagen en armoede noopten Skalkottas om in 1933 terug te keren naar Griekenland. In Athene schraapte hij daarna een armoedig bestaan bij elkaar als violist en componeerde hij als een bezetene. De meeste van zijn werken zijn geschreven onder invloed van Schönbergs twaalftoons methode, dus het hoeft geen betoog dat er in Athene geen belangstelling voor was. Om toch wat geld met zijn schrijverij te verdienen produceerde Skalkottas zo nu en dan een toegankelijker partituur: Griekse dansen en het gangbare neoklassieke genre van die tijd. Dat zoiets tot wonderlijke misverstanden kan leiden blijkt uit het lemma dat Norman Lebrecht in ‘The Companion to 20th Century Music' aan Skalkottas heeft gewijd. Daar lezen we dat ‘Skalkottas op unieke wijze in staat bleek om volkswijsjes, zoals de 36 Griekse Dansen, te zetten in twaalftoons idioom zonder zowel de bron als de methode geweld aan te doen'. Grote nonsens: de Griekse dansen onderscheiden zich idiomatisch in niets van de Slavische dansen van Dvorak – ze klinken alleen Grieks. Lebrechts beschrijving is echter wel van toepassing op bovengenoemde Suite voor groot orkest, een werk waarin de lessen van Schönberg onmiskenbaar hun vrucht hebben afgeworpen, en waarin duidelijk te horen is dat Skalkottas de Drei Orchesterstücke van Alban Berg op zijn duimpje kende. Skalkottas overleed in 1949 veel te jong aan een verwaarloosde hernia, maar liet desondanks een groot oeuvre achter. Veel daarvan werd vergeten of door zijn Berlijnse hospita versjacherd, en het heeft decennia geduurd tot er enig overzicht is aangebracht – en het onderzoek is nog lang niet voltooid; we wachten nog steeds op een omvattende biografie. Ten opzichte van de uitgaven op het label BIS schuilt de toegevoegde waarde van de eerste beide cd's op Naxos in de nog niet eerder gepubliceerde werken. De kwaliteit van het betrokken Griekse orkest blijft iets achter bij de concurrentie, maar dat speelt met zoveel nieuw ontdekt materiaal geen enkele rol. Het spreekt bijna vanzelf dat de Griekse Dansen overal als zijn meest populaire werk worden aangeprezen, maar dat is meer op luiheid dan op kennis gebaseerd; kwalitatief staan ze beslist niet op het niveau van de werken uit zijn Berlijnse periode. Deze cd is verplichte kost voor ieder die interesse heeft in deze uiterst getalenteerde leerling van Schönberg die met de omvangrijke Suite voor groot orkest, die bijna de helft van deze schijf beslaat, een substantiële partituur heeft nagelaten. De eersteklas opname werd gemaakt in de concertzaal van Megaron, de wijk waar Skalkottas opgroeide en van zijn toekomstige successen droomde….. index |
|