CD-recensie
© Siebe Riedstra, maart 2020 |
De Russische componist Vissarion Sjebalin (1902-1963) was vier jaar ouder dan Dmitri Sjostakovitsj. Dmitri werd geboren in St. Petersburg, en ontving daar zijn opleiding bij Maximilian Steinberg. Vissarion kwam ter wereld in Omsk en werd opgeleid aan het Conservatorium van Moskou, zijn docent was Nikolaj Miaskovski. Beide schreven ze een Eerste symfonie in f klein. Die van de negentienjarige Sjostakovitsj maakte op 12 mei 1926 een verpletterende indruk en ging binnen de kortste tijd de wereld over. Die van Sjebalin kleurde op 13 november van hetzelfde jaar keurig binnen de lijntjes van het idioom van zijn leraar. Beide beginnen ze met een klarinetsolo, maar daar stopt iedere vergelijking. Sjostakovitsj en Sjebalin werden goede vrienden: Sjostakovitsj droeg zijn Tweede strijkkwartet op aan Sjebalin, die terugbetaalde met zijn Derde symfonie . Sjebalin heeft buiten zijn vaderland alleen bekendheid gekregen door zijn orkestratie en redactie van Moesorgski's onvoltooide opera De Jaarmarkt in Sorotsjintsy, de bron van De nacht op de kale berg. Zijn carrière speelde zich voor een groot deel af in het muziekonderwijs. Van 1942 tot 1948 was hij directeur van het Moskous conservatorium, dat hij door een moeilijke periode heen wist te slepen. In 1948 werd hij net als Sjostakovitsj het slachtoffer van de maatregelen die Stalin bij monde van Zjdanov afkondigde tegen het 'formalisme' waaraan ze zich schuldig maakten. Sjebalin werd ontslagen en moest zich net als Sjostakovitsj een tijdlang in leven houden met het schrijven van toneel- en filmmuziek. In de jaren vijftig kreeg hij zijn baan als compositieleraar in Moskou terug, maar twee hartinfarcten maakten hem het werken onmogelijk. Componeren deed hij nog wel - hij leerde schrijven met zijn linkerhand, maar spreken ging moeilijk. Hij overleed in 1963 met op zijn conto een oeuvre van vijf symfonieën, een vioolconcert, acht strijkkwartetten en een opera naar The taming of the shrew van Shakespeare. Zijn zoon Dmitri Sjebalin was van 1953 tot 1996 de altviolist van het Borodin Kwartet in zijn meest legendarische samenstelling, met primarius Rotislav Dubinski (die in 1976 uitweek naar Nederland en concertmeester werd van het Hilversumse Omroeporkest). Vissarion Sjebalin is bepaald niet ruim vertegenwoordigd in de platencatalogus, al is er in het verleden wel het een en ander uitgebracht. Op YouTube wordt hij beter bediend met de vijf symfonieën, het vioolconcert en het derde strijkkwartet. Het label Toccata trekt zich het lot van vergeten toonmeesters aan, en presenteert hier alweer de derde cd die aan Sjebalin is gewijd. Wat betreft de orkestwerken heeft men niet gekozen voor de symfonieën, maar voor de orkestsuites. Zowel Sjostakovitsj als Sjebalin lieten een aantal orkestsuites na, die door derden zijn samengesteld uit toneel- en filmmuziek. Dank zij André Rieu heeft dat Sjostakovitsj postuum een tophit opgeleverd. Leonid Feigin en Vladislav Agafonnikov zijn de arrangeurs van de drie suites op deze uitgave. Twee suites van toneelmuzieken uit 1935 en 1958, met aansluitende opusnummers, en een suite uit een ballet waaraan Sjebalin tot zijn overlijden werkte en dat hij onvoltooid achterliet. Net als bij Sjostakovitsj zijn dit niet de meesterwerken waarmee de componisten zich geprofileerd hebben - daarvoor moet u in het geval van Sjebalin bij zijn Derde strijkkwartet of zijn vioolconcert zijn. Ze geven echter een aardig inzicht in de secundaire activiteiten en het vakmanschap van een toondichter die niet voor niets de vriendschap met Sjostakovitsj genoot. Dirigent Dmitry Vasiliev, het Siberische orkest en het opnameteam geven deze diverterende muziek het volle pond en zoals altijd bij dit label is de toelichting (alleen Engels, dus uitgebreid) meer dan voortreffelijk verzorgd. index |
|