CD-recensie
© Siebe Riedstra, oktober 2018
|
Het Sibeliusjaar 2015 (zijn 150ste verjaardag) werd in het Finse Turku uitbundig gevierd door het Philharmonic Orchestra en zijn chef Leif Segerstam. Jean Sibelius was tussen de beide wereldoorlogen in de Angelsaksische landen de meestgespeelde levende componist van zijn tijd. Dat hij stopte met schrijven maakte het voor zijn publiek destijds alleen maar spannender. De reputatie van Sibelius berust op een handvol symfonieën, een paar symfonische gedichten en het Vioolconcert. Het is vooral dat laatste werk dat hem in Nederland op de been houdt. Behalve een onsuccesvolle eenakter heeft Sibelius zich niet aan de opera gewaagd, maar toneelmuziek was een geliefd medium, evenals het lied. Van zijn toneelmuziek is de Valse triste een niet te missen topper, bekend van radio en TV. Maar de grote Fin schreef nog veel meer stukken voor de Bühne, en daar zit schitterend materiaal tussen. Oorspronkelijk werden die partituren uiteraard geschreven voor een handjevol musici in een bedompte orkestbak, maar waar de kwaliteit het toeliet werkte de componist ze later om tot volwaardige orkestsuites. Segerstam nam in totaal zes cd's op die nu zijn gebundeld onder de noemer Incidental Music, toneelmuziek. Kenners zullen ogenblikkelijk opmerken dat de schitterende partituur voor The Tempest ontbreekt, en dat Scaramouche geen toneelmuziek is, maar Sibelius' enige poging tot het schrijven van een balletpantomime. Vandaar het opusnummer 71, terwijl de overige toneelmuzieken geen opusnummer waardig werden gekeurd. De suites die Sibelius extraheerde kregen overigens weer wel een opusnummer mee, getuige de uiterst populaire Kuolema Suite opus 44. Wie enigszins thuis is in de wonderlijke klankwereld van Sibelius kan in deze verzameling zijn hart ophalen. De componist beschouwde deze partituren veelal als broodschrijverij, maar dat neemt niet weg dat hij zijn geniale invallen kwijt kon zonder dwingende symfonische samenhang. Juist daardoor is een partituur als Scaramouche, die hij geen suite waardig keurde, een fascinerende luisterervaring. Voor lezers met een goed geheugen: de suite uit Scaramouche die in lang vervlogen tijden verscheen op het label Hungaroton werd samengesteld door dirigent Jussi Jalas en bevatte minder dan een derde van het totaal. Nog minder bekend is de muziek die Sibelius schreef voor Jedermann, op de tekst van Hugo von Hofmannstal, de librettist van Richard Strauss. Sibelius schreef het werk in de zomermaanden van 1916, in oktober was het voltooid. Van alle werken die we op deze zes cd's te horen krijgen is dit misschien wel het merkwaardigste. Een groot gedeelte van de muzikale voortgang bestaat uit zuchtende strijkers die weliswaar klinken als Sibelius, maar die in deze vorm in zijn symfonische werken niet zijn doorgedrongen. Ze klinken eerder als de postmoderne uitingen van componisten van honderd jaar later. Leif Segerstam heeft altijd een open oor gehad voor onderschatte partituren en laat hier met zijn manschappen horen wat we al die jaren hebben gemist. Een pracht van een initiatief, dat hiermee (helaas zonder The Tempest) voltooid is en een kennismaking absoluut verdient. index |
|