CD-recensie
© Siebe Riedstra, maart 2013
|
Dutch Violin SonatasSchlegel: Vioolsonate op. 34 (van) Eijken: Vioolsonate in f, op. 5 (Jan) Brandts Buys: Vioolsonate op.26 Bob van der Ent (viool), René Rakier (piano) Aliud ACD BO 061 • 66' • Opname: juli 2011, Blauwe Zaal, Helikon, Den Haag
Willem Noske (1918-1995), violist en muziekrechercheur, staat aan de wieg van deze uitgave. Uit zijn immense verzameling van Nederlandse muziek voor de viool heeft Bob van den Ent met behulp van René Rakier een drietal sonates gekozen. Rakier was jarenlang de begeleider van Noske, en kent dit repertoire als geen ander. De drie sonates die ze samen uitvoeren geven een goed beeld van het componeren in Nederland rond de wisseling van de negentiende naar de twintigste eeuw. Leander Schlegel, de ‘Haarlemse Brahms’, werd geboren in Leiden in 1844. Na zijn studie in Leipzig was hij vooral actief als pianist en begeleider in Duitsland en Parijs. In 1871 vestigde hij zich in Haarlem, waar hij tot aan zijn dood in 1913 een muziekschool dreef. Zijn vioolsonate dateert uit 1910 (de bodemkaart vermeldt abusievelijk 1911), maar wortelt ferm in de negentiende eeuw. Beluistering leert dat de bijnaam ‘Haarlemse Brahms’ op zijn plaats is, maar dat Schlegel ook latere invloeden – Max Reger – heeft ondergaan. Gerrit Isak van Eijken (1832-1879) heet in het Honderd Componistenboek nog Gerrit Jan, maar dat moet dus Gerrit Isak zijn. De auteur van het artikel over van Eijken in dat boek is pianist René Rakier, en dus citeer ik hem graag. “Gerrit Jan van Eijken liet op het eerste gezicht een indrukwekkend oeuvre na. Op omstreeks achttienjarige leeftijd begon zijn genie te vlammen en laaide steeds hoger op, totdat het vuur na de liederen op. 11 plotseling uitdoofde. De enorme hoeveelheid composities die vanaf die tijd uit zijn pen vloeiden hielden het midden tussen middelmatigheid en infantiliteit. Deze ontwikkeling vond zijn oorzaak in diepe teleurstelling, gevolgd door onverschilligheid en drankverslaving”. En even later: “De Vioolsonate op. 5 heeft het karakter van een vulkaanuitbarsting.” Jan Brandts Buys (1868-1938) was een telg van het geslacht Brandts Buys, dat verschillende componisten en musicologen heeft voortgebracht. Jan was de bekendste, met de succesvolle opera Die Schneider von Schönau (1914/5) hoog op zijn lijst van wapenfeiten – ze werd door meer dan zeventig operahuizen in productie genomen. Geen enkele Nederlandse componist die hem dat nadoet. Zijn Vioolsonate dateert uit 1910 en verrast door een idioom dat moeilijk te plaatsen is: Duitse invloeden zijn nauwelijks bespeurbaar, en mijn oor hoort Ravel, maar dat is gezien het jaartal nonsens. Dus mogen we Jan Brandts Buys gerust een originele geest noemen. En helaas, onze bekendste vergeten componist. Bob van der Ent en René Rakier verdienen een lintje voor hun inspanningen om deze drie sonates van de vergetelheid te redden. Daarvoor is niet alleen muzikaal vakmanschap nodig, maar ook ondernemingszin en musicologisch inzicht. In alle opzichten blijken ze succesvol. De opnamekwaliteit is glashelder, maar ook nogal droog – een eigenschap die ik al eens eerder signaleerde bij een cd van dit label. Dat maakt het harde werken van de musici niet bepaald gemakkelijk. Rakier en van den Ent mogen trots zijn op het feit dat ze de Nederlandse muziekbeschrijving hebben verrijkt met drie prachtige sonates. Proficiat! index |