![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, augustus 2010
|
||||||||||
Scelsi Collection Vol. 1 & 2
Deel 1: Maknongan per flauto basso – Quartetto 2 – Riti: I funerali d’Achille per quattro percussionisti – Quattro Illustriazione sulle metamorfosi di Vishnu per pianoforte – Riti: I funerali di Carlo Magno per violoncello e percussione. Roberto Fabbriciani (basfluit), Quartetto d’archi di Torino, Solisti del MusicoTeatroEnsemble, Fabricio Ottaviucci (piano), Francesco Dillon (cello), Fulvia Ricevuto (slagwerk). Stradivarius STR 33801 • 54' • Deel 2: Pranam II voor ensemble – To the master voor cello en piano – Wo Ma voor basstem – Rotativa voor twee piano’s en slagwerk – Trio voor vibrafoon, marimba en slagwerk – Preghiera per un’ ombra voor klarinet – Chukrum voor strijkorkest. Ensemble 2e2m, Carlo Teodoro (cello) & Aldo Orvieto (piano), Nicholas Isherwood (bas), Ars Ludi Ensemble, MusicaTeatroEnsemble, Véronique Fèvre (klarinet), Orchestra di Roma e del Lazio o.l.v. Luca Pfaff. Stradivarius STR 33802• 76' • Conte Giacinto Scelsi di Valva Scelsi, zoals zijn volledige titel luidde, werd geboren in 1905. Afkomstig van Zuid-Italiaanse landadel, verkeerde hij vanaf zijn jeugd in de hoogste kringen, maakte vele en verre reizen, en trouwde met een verwante van de Engelse koninklijke familie – de bruiloft vond plaats op Buckingham Palace. Tot de Tweede Wereldoorlog was hij als beginnend componist redelijk succesvol: zo dirigeerde Pierre Monteux in 1930 te Parijs de première van Rotativa voor twee piano’s en slagwerk (Vol.2). De oorlogsjaren bracht het echtpaar Scelsi door in Zwitserland. Na de oorlog keerde zijn echtgenote terug naar Engeland en nam nooit meer contact met hem op. Scelsi zelf vestigde zich in een appartement in Rome, met uitzicht over het Forum, waar hij leefde als een kluizenaar.
Het leven van Scelsi is omringd met mysterieën, die hij zelf kennelijk graag in stand hield. Ergens rond 1948 schijnt hij een mentale instorting te hebben ondergaan, waarna het hem jaren kostte om weer op de been te komen. Tijdens de herstelperiode kon hij urenlang één en dezelfde noot aanslaan op de piano om zich zo te verdiepen in één enkele klank en het spectrum van zijn boventonen. Het zou zijn handelsmerk worden. In de jaren vijftig kristalliseerde zich zijn manier van componeren uit. Hij maakte bandopnames van zijn improvisaties en liet die uitwerken door een ‘amanuensis’. In de jaren zestig werd Scelsi overschaduwd door de jonge Italianen Berio en Nono, maar in de zeventiger jaren werd hij herontdekt door een nieuwe generatie componisten, waaronder Tristan Murail en Gérard Grisey, de grondleggers van de ‘spectrale muziek’. Na zijn dood in 1988 kwam de belangstelling pas goed op gang, geholpen door de oprichting van de Fondazione Isabella Scelsi, de zuster van de componist. De Fondazione heeft Scelsi’s eeuwfeest in 2005 opgeluisterd met een Scelsi Festival, een serie van meer dan veertig concerten in een periode van een half jaar. Het resultaat van die inspanning is te horen op de Scelsi Collection, waarvan inmiddels deel zeven al bereikt is. De delen 1 en 2, hier gepresenteerd, schilderen een uitstekend portret van deze wonderlijke toondichter. De nadruk licht op werken van na zijn ‘ommekeer’, en de bezettingen variëren van eenstemmig tot ensemble (Pranam II) en strijkorkest (Chukrum). Voor wie meer wil weten is er bovengenoemde website, helaas alleen in het Italiaans. De opnames zijn live: het publiek is duidelijk aanwezig en de musici slaan de bladzijden hoorbaar om. Kortom: het begin van een uiterst belangrijk en boeiend document. index | ||||||||||