CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, januari 2015

 

Saint-Saëns: Vioolsonate nr. 1 in d, op. 75 - Berceuse in Bes, op. 38 - Vioolsonate nr. 2 in Es, op. 102 - Triptyque op. 136

Mauro Tortorelli (viool), Angela Meluso (piano)

Brilliant Classics 94848 64'

Opname: december 2013, Studio I Musicanti, Rome

 

Camille Saint-Saëns werd geboren in 1835, acht jaar na de dood van Beethoven - hij stierf in 1921, drie jaar later dan Debussy. Dat een componist oud wordt is niet zo bijzonder, maar er zullen weinig toonmeesters zijn die kunnen bogen op een schrijvende carrière van ruim zeventig jaar. De jonge Camille pende een symfonie op zijn vijftiende en sloot zijn carrière in zijn sterfjaar af met drie prachtige sonates voor houtblazers - hobo, klarinet en fagot. Zijn kamermuzikale oeuvre voor strijkers is beperkt gebleven tot een kleine collectie: twee vioolsonates, twee cellosonates en twee strijkkwartetten. De reputatie van Saint-Saëns heeft altijd geleden onder het feit dat hij in zijn lange leven nauwelijks met zijn tijd meeging. Daarbij wordt gemakshalve voorbijgegaan aan het feit dat de kwaliteit van zijn werken altijd voldeed aan de hoogste normen.

De vioolsonates zijn nooit een actief bestanddeel geweest van het repertoire van grote virtuozen, en dat werd lang weerspiegeld in de discografische beschikbaarheid. Lange tijd hebben we ons tevreden moeten stellen met de opname die Olivier Charlier in 1987 maakte voor het label Erato. De opkomst van de onafhankelijke labels brengt daarin verandering: zowel Naxos als CPO hebben gezorgd voor een editie met de complete werken voor viool en piano. Het label Brilliant komt nu met een selectie van de beide sonates, aangevuld met de Triptique uit 1912. Aardig om te constateren dat in de Tweede vioolsonate echo's doorklinken van César Francks Vioolsonate - die was toen net tien jaar oud.

Violist Mauro Tortorelli geeft met een warme toon en een vlekkeloze techniek zijn voorganger Charlier het nakijken. Wat deze uitgave bijzonder maakt is de Triptique, geschreven onder invloed van verre reizen en het heersende exotisme. Het eerste deel Prémice is een wondermooie meditatie, en het tweede deel Vision congolaise heeft ondanks alles een beetje aan Debussy gesnoven. Alleen in het derde deel Joyeuseté landen we hardhandig in de salon. De schitterend gespeelde Berceuse uit 1871 is een juweeltje dat geen enkele liefhebber van romantische vioolklanken mag missen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links