CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, oktober 2011

 

 

Strauss: Ein Heldenleben op. 40 – Vier letzte Lieder

Dorothea Röschmann (sopraan), Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Yannick Nézet-Séguin

BIS-SACD-1880 • 69' • (sacd)

 

 

 

 


De aanstelling van de Canadese dirigent Yannick Nézet-Séguin als chef-dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest heeft voor een forse opleving van de opname-activiteiten van het orkest gezorgd. In korte tijd verschenen nieuwe cd’s op zowel het label EMI als BIS. Dit is na de Symphonie fantastique de tweede cd die verschijnt op het Zweedse label. Het orkest gaf onder leiding van Nézet-Séguin in februari 2010 concertuitvoeringen van ‘Ein Heldenleben’ van Richard Strauss. Een ondernemende concertganger heeft een van de concerten opgenomen en op youtube geplaatst. Uiteraard met alle beperkingen die zoiets clandestiens met zich meebrengt. De beeldpositie staat stil, met constant zicht op de dirigent. Het geluid is primitief, niet gemanipuleerd en dus realistisch. Maar... we zijn getuige van een topuitvoering: het orkest zweeft bijna boven het podium en Yannick N-S heeft de partituur in de houdgreep. De technische ploeg van BIS trok een half jaar na die gedenkwaardige concerten van Stockholm naar Rotterdam voor deze opname. Na beide media te hebben beluisterd moet de conclusie luiden: waren ze er in februari maar bij geweest. Dit is nog steeds een uitstekende uitvoering, maar de verschroeiende hitte op die winteravond was in de zomer afgekoeld. Het heeft er alle schijn van dat het streven naar perfectie het heeft gewonnen van intuïtie en inspiratie – een live-uitvoering tegenover een studio-opname. Als je voor de -tichtigste keer een lastige passage moet herhalen gaat de lol er snel van af.

De opnametechniek roept ook de nodige vragen op. Om te beginnen een absurd laag volumeniveau, waardoor je de volumeknop een forse slinger moet geven. iPod-adepten kunnen het schudden. Een soortgelijke opmerking in de bespreking van deze cd op musicweb-international was een reden voor Robert von Bahr, de baas van het label BIS, om scherp te reageren. Hij stelt zich op het standpunt dat de onderscheidende audiofiel dat zal kunnen waarderen, omdat de opname zonder compressie is gemaakt en dus tot een groot aantal decibels kan stijgen. De logica van die redenering ontgaat mij, maar hoe het ook zij, liefhebbers die zich bedienen van meeneemapparatuur als de discman en de iPod kunnen sowieso al niets met zo’n waterig excuus. Maar dat stoort von Bahr niet: ‘Yes, I do concede that our system of recording gives the equipment of the listener a tougher workout. You have to crank the amplifier up and have good speakers in order to enjoy the recording to its fullest capacity. It is for those discerning people that we make our recordings. I do concede that this makes it all but impossible to listen to the recording in a car, in a noisy ambience or in the shower, or wherever you may choose to listen to it outside of a good listening room’.

In mijn ‘listening room’, of die nu wel of niet aan de eisen van Robert von Bahr voldoet, blijf ik zitten met wat we noemen ‘spotlighting’, het voortdurend uitlichten van solistische partijen tegen een onvoldoende stabiele ondergrond van bijvoorbeeld het strijkorkest. Soli van houtblazers en slagwerkeffecten springen als kikkers door het klankbeeld. De prachtige vioolsolo van concertmeester Igor Grupmann daarentegen is juist weer onderbelicht. Hoe je dat hoorde in het zaalperspectief wordt perfect aangetoond door voornoemd YouTube-filmpje: daar is de vioolsolo luid en duidelijk te horen – en echt niet omdat de piraat op de eerste rij zat. Toen ik aansluitend ook nog even de opname van Rudolf Kempe met de Staatskapelle Dresden beluisterde werd ik weer geheel gerustgesteld. Een orkest in de ‘listening room’ is en blijft een illusie en het gaat er alleen maar om wat de muziek ons te vertellen heeft. Er gaat niets boven een levensecht concert, en laten we eerlijk zijn, het begin van Heldenleben moet knallen, of je bij de strot grijpen. Dat is precies wat de oeroude opname van Fritz Reiner met het Chicago Symphony Orchestra doet – ook in mijn ‘listening room’.

De Vier letzte Lieder van de hoogbejaarde en verscheurde componist behoren tot het mooiste wat ooit voor de menselijke stem is geschreven. Het begeleidende orkest is groot, maar geeft voldoende ruimte aan de sopraansoliste. Vele nieuwe opnamen zijn de afgelopen jaren aan de catalogus toegevoegd: Renée Fleming, Soile Isokoski, Nina Stemme, Anja Harteros, om er maar een paar te noemen. Met een mooie sopraan kan in de Vier letzte Lieder weinig misgaan, en Dorothea Röschmann hoort zeker in die categorie, dus zijn de verwachtingen hooggespannen. Technisch is er niets op haar uitvoering aan te merken, maar haar interpretatie heeft iets afstandelijks en het kippenvelmoment blijft uit.

Meer Robert von Bahr op:
www.musicweb-international.com/classrev/2011/Aug11/Strauss_Heldenleben_BIS1880.htm#ixzz1ZrUS3QDL


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links