CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, januari 2010

 

 

Rózsa: orkestwerken (deel 1)

Overture to a Symphony Concert op. 26a - Three Hungarian Sketches op. 14 - Tripartita op. 33 - Hungarian Serenade op. 25.

BBC Philharmonic o.l.v. Rumon Gamba.

Chandos CHAN 10488 • 75' •

The Miklós Rózsa Society

 


Miklós Rózsa heeft zijn wereldfaam vooral te danken aan zijn filmmuziek. Maar liefst drie Oscars werden hem toebedeeld, in 1946 voor Spellbound, in 1948 voor A double life en in 1960 voor Ben Hur. Rózsa werd geboren te Boedapest in 1907. Nadat hij zich in 1931 gevestigd had in Parijs begon hij zich op aanraden van Arthur Honegger met het schrijven voor films bezig te houden. Toen dat daar niet goed wilde lukken maakte hij de overstap naar Londen, naar  Alexander Korda's London Films. Tijdens de productie van The thief of Bagdad werd het hele productieteam overgeplaatst naar Hollywood, in verband met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Rózsa zou daar de rest van zijn leven blijven wonen en stierf er in 1995 op 88-jarige leeftijd. Zijn succes als filmcomponist stelde hem in staat zijn eigen voorwaarden te stellen: in de zomer componeerde hij zijn eigen muziek in Italië, in de winter schreef hij filmmuziek in Hollywood. Anders dan bij Korngold zijn zijn concertwerken en filmmuziek strikt gescheiden van elkaar. Rózsa's muziek heeft niet te klagen gehad onder fonografische belangstelling. Grootheden als Heifetz en Piatigorsky speelden zijn concerten, en het label Koch wijdde een serie aan zijn orkestwerken die wegens de demise van het label niet voltooid kon worden. Hier hebben we de start van een nieuwe poging door een uitstekend team, het BBC Philharmonic Orchestra met dirigent Rumon Gamba, die samen al vele titels van vooral filmmuziek van klassieke componisten als Georges Auric, Malcolm Arnold en Ralph Vaughan Williams voor Chandos hebben opgenomen.

 
  Miklós Rózsa

Rózsa schrijft in een duidelijk herkenbaar Hongaars idioom dat meer leunt in de richting van Zoltan Kodaly dan de meer dissonante Béla Bartók. De Ouverture to a Symphony Concert werd geschreven op verzoek van de uitgever Eulenburg, en ontstond in 1956, het jaar van de Hongaarse opstand. Hoewel Rozsa aanvankelijk van plan was een orkestwerk te schrijven waarin die gebeurtenissen zouden doorklinken zag hij daar vanaf en schreef een traditionele concertouverture die onvervalst Hongaars klnkt en intieme bekendheid met het Concert voor Orkest van Bartók verraadt. De Drie Hongaarse Schetsen dateren uit 1938, toen Rozsa nog in Parijs verbleef, en waren de Hongaarse inzending voor het Internationale Muziekfestival in Baden-Baden. Twee levendige delen omlijsten een pastoraal middendeel, en het geheel is doortrokken van onvervalste Hongaarse folklore. De Tripartita uit 1971 is Rozsa's voorlaatste orkestwerk, alleen het Altvioolconcert zou in 1979 nog volgen. De Tripartita was eveneens het gevolg van een verzoek van een uitgever, deze keer Breitkopf & Härtel. Die vroeg om een groot orkestwerk, dat geen symfonie mocht zijn. Rozsa stelde een driedelige suite voor, volgens het schema snel, langzaam, snel. In dit werk leren we een meer dissonante en wat ruigere kant van de componist kennen. De lichte en onderhoudende Hongaarse Serenade uit 1946 is een revisie van de Serenade voor klein orkest op. 10 uit 1932. De kleine orkestbezetting is gehandhaafd en er is een vijfde deeltje bijgekomen, gebaseerd op pianomuiek uit dezelfde periode, twee van de Bagatellen op.12.

Zoals langzamerhand bekend zijn de opnamen die Chandos maakt in de BBC-studio in Manchester van uitstekende kwaliteit. Dit is Orchestral Works Volume 1 van wat belooft een mooie serie te worden.  


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links