CD-recensie
© Siebe Riedstra, september 2015
|
Met de première van Guillaume Tell kwam in 1829 een eind aan de operacarrière van Gioachino Rossini, achtendertig jaar oud en de componist van achtendertig opera's. Rossini vestigde zich in Parijs en wijdde zich aan zijn passie: koken (en eten). Ook daarin was hij succesvol, getuige de nog altijd onvolprezen Tournedos Rossini . Componeren deed hij als de muts ernaar stond. Lange tijd hebben we gedacht dat de enige vruchten van zijn tweede levensfase bestonden uit een Stabat Mater en de Petite Messe Solennelle, maar sinds het Rossinijaar 1992 is daar verandering in gekomen. Rossini heeft tot aan zijn dood een soort muzikale dagboeken bijgehouden, die hij in bundels groepeerde onder de noemer Péchés de vieillesse - oudedagszonden. Viertien van die bundels zijn er, merendeels bestaande uit pianowerken, wat vocale werkjes, en een handvol kamermuziek. Via bovenstaande link vind u een handig overzicht. Op pianorecitals is slechts zelden iets van Rossini te horen en ook op geluidsdragers waren lange tijd slechts 'hoogtepunten' uit deze enorme verzameling te horen. En dan te bedenken dat de complete voor piano bestemde delen met elkaar zes cd's in beslag nemen. De eerste die ze compleet heeft opgenomen is Paolo Giacometti, voor het label Cannel Classics, gespeeld op een Erard. Collega Jan de Kruijff heeft hier een deel besproken en heeft op zijn eigen site een lezenswaardig overzicht van de péchés gepubliceerd. Hij heeft goede woorden over de opnamelocatie, en daarin schuilt - afgezien van de antieke piano - het verschil met deze uitgave van Naxos. Waar Channel naar de Doopsgezinde Kerk in Deventer trok dook Naxos in een Italiaanse opnamestudio, en dat heeft toch net iets meer van een salon. Een strakke Steinway in een kleine ruimte tegenover een wollige Erard met wat meer galm - het is gewoon een kwestie van smaak. Zowel Giacometti als Marangoni hebben het twaalfde deel van de Péchés opgenomen, met de titel Quelques riens pour album - niemendalletjes. Giacometti als Vol 4 (van zes) van zijn editie, Marangoni als deel 5 (tot nu toe van zeven). Het grote verschil zit hem merkwaardig genoeg in de inhoud. Waar Naxos kans ziet om alle 24 deeltjes (Rossini had ooit de 24 Préludes van Chopin in gedachten) samen te brengen op één schijfje van tachtig minuten, houdt Channel het bij 62 minuten voor gezien, en krijgen we alleen de eerste achttien te horen. Daaruit kunt u zelf uw conclusies trekken. Overigens geldt de werkwijze om zo veel mogelijk de bundels integraal en in volgorde te presenteren. ook voor de overige delen in de Naxos uitgave. Als het louter om pianospelen gaat is Giacometti de betere van de twee, maar de moeilijkheidsgraad van deze stukken - Rossini beschouwde zichzelf in het voorwoord als een 'vierdegraads' pianist - maakt dat van ondergeschikt belang. index |
|