CD-recensie
© Siebe Riedstra, februari 2017
|
Praag, 16 oktober 1791. De wereld maakt kennis met Mozarts Klarinetconcert - het zou een van zijn meest geliefde scheppingen worden. Wie daaruit de conclusie trekt dat het dan ook een van zijn meestgespeelde werken is, heeft het mis. Kijken we in de archieven van het Concertgebouworkest, dan zien we dat het meesterwerk daar in meer dan een eeuw slechts 22 keer op de lessenaars stond. Een willekeurige vergelijking: het Vijfde vioolconcert werd daar vier maal zo vaak gespeeld. Dat zegt niets over Mozart, maar alles over de klarinet. Ondanks de vliegende start van het genre zijn er in ruim tweehonderd jaar slechts een handvol klarinetconcerten verschenen die we uiterst spaarzaam op de podia ontmoeten. Zonder virtuozen geen concerten. Mozart schreef voor zijn goede vriend Stadler, anderhalve eeuw later bestelde Benny Goodman bij Paul Hindemith een nieuw concert. Goodman was een uiterst succesvolle jazzklarinettist die zich ook op het klassieke podium manifesteerde met opdrachtwerken - de Contrasten van Bela Bartók zijn het levende bewijs. De Belgische componist Jan Van Der Roost schreef een concert voor zijn goede vriend Eddy Vanoosthuyse, soloklarinettist van het Brussels Philharmonisch Orkest. Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat de vijftienjarige Richard Strauss zijn Romanze schreef voor een collega van zijn vader, de solohoornist van het Bayerisches Staatsorchester. Paul Hindemith nam in 1935 de wijk voor het oprukkende fascisme en vond een nieuw werkterrein in de Verenigde Staten. Hij onderwees compositie aan de Yale University en ontving belangrijke opdrachten van zowel solisten als orkesten. Afgezien van de concerten voor zijn eigen instrument - de altviool - zijn al zijn grote soloconcerten in die periode ontstaan. Het Vioolconcert (1939), het Celloconcert (1940), het Pianoconcert (1945), het Klarinetconcert (1947) en het Hoornconcert voor Dennis Brain (1949). Geen van deze werken heeft op de podia repertoire gehouden. Toch mag niemand de legendarische opname van het vioolconcert door David Oistrakh missen, en bestaat er een juweel van een cd op het label Etcetera (KTC 1006), met het klarinetconcert, gespeeld door George Pieterson en het celloconcert door Tibor de Machula - live-opnamen van het KCO onder Kiril Kondrashin. De Belgische componist Jan Van Der Roost (1956) geniet vooral bekendheid door zijn activiteiten op het gebied van de blaasmuziek - hafabra. Het label Naxos besteedde met twee uitgaven al eerder aandacht aan zijn werk, ik heb hier de uitgave met de Sinfonia Hungarica besproken. Van Der Roost weet op een uitgekiende manier avantgardistische verworvenheden te combineren met traditionele elementen. Zo ook in dit klarinetconcert, waarvan het eerste deel een elegische tweespraak is tussen solist en orkest, en het tweede deel zich uitleeft in virtuositeit en humor. Het slot is Tyl Uilenspiegel waardig. Eddy Vanoosthuyse toog naar Japan om deze werken op te nemen. Door de levendige hafabra-cultuur die ook in Japan existeert is Van Der Roost daar geen onbekende en kwam de samenwerking met het symfonieorkest van Aichi tot stand. Geen orkest van wereldfaam, maar er wordt met vlijt en inzet gemusiceerd. De dirigent is een van de vele jonge talenten die El Sistema ons de afgelopen jaren voorschotelt, de Venezolaan Sergio Rosales. Goed om te zien dat ook op het meest blanke bastion van de muziekwereld, de dirigentenbok, ruimte vrijkomt voor andere tinten. index |
|