CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, juli 2022

Rheinberger - Chamber Music with Organ

Rheinberger: Suite in c voor viool, cello en orgel, op. 149 - Sechs Stücke voor viool en orgel, op. 150 - Suite in c voor viool en orgel, op. 166 - Abendlied, Pastorale en Elegie uit de Suite op. 150, in de versie voor cello en orgel - Rhapsodie uit de Orgelsonate in f, op. 127/2, bewerking voor hobo en orgel - Andante pastorale uit de Orgelsonate in a, op. 98/2, bewerking voor hobo en orgel

Michela Bergamasco (viool), Marco Dalsass (cello), Cristina Monticoli (hobo), Manuel Tomadin (orgel)
Brilliant Classics 96470 • 63' + 58' • (2 cd's)
Opname: febr. 2021, Evangelisch Lutherse Kerk, Triëst (I)

   

Josef Gabriel Rheinberger mag er prat op gaan dat hij de enige componist van naam is die zijn vaderland(je) Liechtenstein heeft voortgebracht. Hij werd er geboren in 1839, en bleek al gauw een wonderkind te zijn dat door zijn vader aanvankelijk niet in de richting van een muzikale carrière gestuurd werd, maar toch op zijn twaalfde aan het Conservatorium in München werd toegelaten. Hij bleef zijn leven lang in München wonen en bouwde er een indrukwekkende reputatie op als docent. De lijst van componisten die bij hem hebben gestudeerd is eindeloos: Humperdinck, Wolf-Ferrari, de Amerikanen Chadwick en Parker, maar ook Wilhelm Furtwängler. Als componist heeft Rheinberger een solide en uitgebreid oeuvre nagelaten in alle genres, met de nadruk op geestelijke vocale muziek en orgelwerken. In de laatste categorie was hij even productief als Max Reger. Het meest opvallend is zijn cyclus van 24 Orgelsonates in alle toonsoorten, analoog aan Das Wohltemperierte Clavier. Helaas verhinderde zijn overlijden in 1901 de voltooiing van die onderneming, die bij twintig is blijven steken. Opvallend is dat Rheinberger eerst alle sonates in mineurtoonsoorten afwerkte.

Rheinberger heeft daarnaast bij zangkoren repertoire weten te houden met zijn ontroerende Abendlied (opus 69:3, ruim vertegenwoordigd op YouTube) en een aantal onbegeleide missen.
Naast de werken voor orgel solo componeerde hij twee orgelconcerten en een handvol kamermuziek met orgelbegeleiding. Op deze dubbel-cd zijn de laatste handzaam bij elkaar gebracht: twee substantiële suites en een bundel met zes losse karakterstukken. Die laatste, met opusnummer 150, opent ook met een Abendlied, dat echter met bovengenoemd koorwerk niets te maken heeft. Drie delen uit opus 150 bewerkte de componist voor andere bezettingen, hier worden ze in de versie voor cello en orgel ten gehore gebracht. Twee pastorale deeltjes uit de orgelsonates worden in versies voor hobo en orgel gepresenteerd.

Rheinberger was bepaald geen nieuwlichter, hij zoekt in zijn muzikale vocabulaire direct aansluiting bij Mendelssohn, een eigenschap die duidelijk waarneembaar is in zijn Suite voor viool, cello en orgel, waarvan overigens ook een orkestversie bestaat. Organist Manuel Tomadin koos voor deze opname een klein instrument (2 klavieren en pedaal) van de Duitse bouwer Georg Friedrich Steinmeyer uit 1874 - een soortgelijk instrument bevond zich in de rooms katholieke Clemenskerk in Hilversum, in 2012 overgeplaatst naar de Koepelkerk in Bussum. De akoestische verhoudingen in de Evangelisch Lutherse kerk in Triëst zijn ideaal voor deze dynamisch terughoudende stukken. Tomadin en zijn collega's gaan uiterst liefdevol met het romantische karakter om zonder daarbij af te glijden in sentimentaliteit. Een prachtige aanvulling op ten onrechte vergeten repertoire van een componist met een geheel eigen stem die bij leven tot de grootsten van zijn generatie werd gerekend.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links