CD-recensie
© Siebe Riedstra, oktober 2020 |
Uit de gezaghebbende muziekencyclopedie New Grove (online editie, 2001): Karol Rathaus, (b Tarnopol, Sept 16, 1895; d New York, Nov 21, 1954). American composer of Polish origin. Hoezo, 'American composer'? Zijn geboorteplaats Tarnopol maakte destijds deel uit van de Oostenrijks-Hongaarse Monarchie. Pas na de Eerste wereldoorlog viel ze onder Pools bestuur, tegenwoordig ligt ze in de Oekraïne. Om het nog wat ingewikkelder te maken: hij werd geboren als Karl Leonhard Bruno Rathaus en kwam uit een Joodse familie. Uit het feit dat hij de voornaam Karol koos mogen we afleiden dat hij zich als componist in de Poolse traditie zag. Rathaus ontving zijn opleiding tot pianist en componist in Wenen, waar hij compositie studeerde bij Franz Schreker. Toen Schreker in 1920 directeur werd van de Berlijnse Hochschule für Musik volgde hij zijn mentor, en vijf jaar later werd hij daar zelf als leraar aangesteld. Met de komst van de nazi's werd hij ontslagen en verhuisde hij in 1932 naar Parijs, vervolgens naar Londen, en in 1938 naar de Verenigde Staten. Daar kreeg hij een aanstelling aan het Queen's College in New York en verwierf een uitstekende reputatie als compositieleraar. In zijn Amerikaanse jaren spande hij zich vooral in voor de Poolse zaak, getuige een Symphonic Polonaise die in 1946 door Arthur Rodzinski in Carnegie Hall werd uitgevoerd. Rathaus boekte in de eerste helft van zijn carrière grote successen, met name in Berlijn, waar grootheden als Furtwängler zijn werken uitvoerden, en zijn ballet Der letzte Pierrot aan de Staatsoper werd uitgevoerd. Naast de opera Fremde Erde trok Rathaus ook de aandacht met een relatief nieuw medium, filmmuziek; in 1931 schreef hij de muziek bij de filmklassieker De gebroeders Karamazov van regisseur Fedor Otzep. Rathaus was zelf een eersterangs pianist, en dat is in zijn pianowerken goed te horen. In zijn vroege composities zet hij de lijn Brahms - Reger - Schreker voort, wat al direct blijkt uit zijn Variaties op een thema van Max Reger, opus 1. In de beide eerste pianosonates is naamgenoot Karol Szymanowski hoorbaar op de achtergrond aanwezig. De derde sonate kent zeer dissonante momenten waaruit de nabijheid van Schönberg blijkt, maar van enig serialisme is geen sprake. Dmitri Sjostakovitsj was net als Rathaus een bevlogen pianovirtuoos, en op nog jongere leeftijd succesvol met zijn eerste symfonie, die binnen enkele maanden de hele wereld overging. Hij liet slechts twee pianosonates na, waarmee hij weliswaar vroege successen boekte, maar die naderhand zijn overschaduwd door zijn 24 Preludes opus 34, en de 24 Preludes en Fuga's in navolging van Das Wohltemperierte Klavier van Sebastan Bach. Vladimir Stoupel is niet alleen een uitmuntende pianist, hij is ook werkzaam als dirigent, en dan vooral in het moderne repertoire. Zijn werkzaamheden op de bok sijpelen door in zijn pianospel, niet door een orkestrale aanpak, maar door een fenomenaal overzicht over de lange lijnen en de structurele samenhang, en dat is in deze forse partituren bepaald geen sinecure. Dat hij ook de tedere momenten weet op te laten bloeien blijkt uit het schitterende langzame deel van de eerste sonate - een juweel van een stuk. Wonderlijk genoeg werden deze opnamen al gerealiseerd in 2014/5, maar worden ze nu, in 2020, pas uitgebracht. De opnametechniek van de beide sonates van Rathaus was in handen van Dirk Franken, die de piano adembenemend levensecht op de luisteraar weet over te brengen. Daarna is het even wennen aan de techniek op de tweede schijf met de beide sonates van Sjostakovitsj - niet door Franken verzorgd - die zowel in de breedte als in de diepte veel beperkter is gebleven, zonder overigens aan helderheid of doorzichtigheid te verliezen. Op dit moment is dit de enige mogelijkheid om op cd kennis te maken met deze pianosonates van Karol Rathaus - een unieke kans die geen enkele serieuze muziekliefhebber voorbij mag laten gaan. index |
|