![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, april 2013
|
Prokofjev: Symfonie nr. 6 in es, op. 111 - Luitenant Kijé (suite) op. 60 - De liefde voor de drie sinaasappelen (suite) op. 33b Andrei Bondarenko (bariton), Bergen Philharmonic Orchestra o.l.v. Andrew Litton BIS-1994 • 79' • (sacd) Opname: januari 2012, Grieghallen, Bergen (N)
Sergej Prokofjev behoort zonder twijfel tot de meest geliefde componisten van de twintigste eeuw. Peter en de Wolf, de Klassieke Symfonie, de beide Vioolconcerten, het Eerste en het Derde pianoconcert, Romeo en Julia, Luitenant Kijé, de Mars uit De liefde voor de drie sinaasappelen, noem ze maar op - en dat is nog maar de top van de ijsberg. Prokofjev schiep een groot oeuvre, waarin de nadruk ligt op theatermuziek. Zijn tijdgenoot en grote concurrent Dmitri Sjostakovitsj deed het anders: hij liet vijftien symfonieën en evenzoveel strijkkwartetten na. Zijn beide opera's kruipen na het succes van zijn symfonieën het repertoire binnen, maar een succesvol ballet was hem niet vergund. Prokofjev kwam niet verder dan zeven symfonieën en twee strijkkwartetten, maar hij schreef opera's en balletten bij de vleet. In dat opzicht volgde hij de grote West-Europese traditie: een componist is pas echt succesvol wanneer zijn opera's overal worden uitgevoerd. Voor die droom heeft hij veertig jaar geknokt, maar ze is niet uitgekomen. Het ballet Romeo en Julia heeft die plaats ingenomen. De Russische symfonie kent in de twintigste eeuw twee vertegenwoordigers, Prokofjev en Sjostakovitsj, met als goede derde Strawinsky. Wie veertig jaar geleden beweerd zou heben dat de symfonieën van Sjostakovitsj ooit een vast bestanddeel van het grote repertoire zouden gaan uitmaken, was met een homerisch gelach begroet. De werkelijkheid van vandaag bewijst dat Mahler en Sjostakovitsj de dienst uitmaken, en dat Sibelius, Nielsen en Prokofjev, om maar eens een paar te noemen, naar het tweede plan zijn verhuisd. Hoe zou het toch komen dat twee componisten die het meest vulgaire materiaal in hun scheppingen verwerken, door dirigenten, orkesten en publiek de afgelopen decennia zo liefdevol omarmd zijn? Kenners beweren dat de Zesde van Prokofjev zijn symfonische meesterwerk is geworden. Mag ik daaraan toevoegen dat ze ook de meest Sjostakovitsjiaanse van de zeven is? Om te beginnen is de opbouw onconventioneel, want driedelig: Allegro - Adagio - Finale. Vervolgens die wonderlijke toonsoort - es mineur, hoe verzint'ie het, met zes mollen vooraan de notenbalk - voor de musici om duizelig van te worden. Vanaf de eerste noot herkennen we Prokofjev, maar toch schuilt er in de gestiek (met name in de finale) een forse dosis ironie die in dit verband van Sjostakovitsj afgekeken lijkt. Schijn bedriegt evenwel, want Prokofjev nam al in zijn Sarcasmes opus 17 alles en iedereen op de hak. Andrew Litton is alweer tien jaar chef in het Noorse Bergen, bij het orkest van Edvard Grieg, en deze cd is dan ook tot stand gekomen met steun van de Grieg Foundation. Zijn opname van de Zesde is niet onderdeel van een integrale, ze verenigt drie mooie partituren van Prokofjev. De onlangs overleden dirigent James DePreist nam voor hetzelfde label in 1992 een soortgelijke schijf op, met de Vierde symfonie en de Suite uit Luitenant Kijé. Vergelijking van de beide Kijé Suites leert dat de opnametechniek in de tussenliggende twintig jaar niet heeft stilgestaan - met name op het gebied van de detaillering. De aanwezigheid van bariton Andrei Bondarenko betekent dat de vertrouwde tenorsaxofoon in de Suite uit Luitenant Kijé wordt vervangen door de menselijke stem, zoals ooit door Prokofjev bedoeld in de oorspronkelijke filmpartituur. Weer eens wat anders. Wanneer het om de Zesde van Prokofjev gaat kunnen we niet heen om de definitieve (live-) opname van Jevgeni Mravinsky met zijn Leningrader Philharmonie. De plaatselijke bevolking is tijdens het concert nadrukkelijk aanwezig, maar er wordt muziek gemaakt op eenzame hoogte. De lat ligt dus hoog, maar Litton en zijn Bergense keurtroepen springen er maar net niet overheen, en worden bovendien geholpen door een superieure opnametechniek. index |