![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, juni 2014
|
Henco de Berg heeft in het Nederlandse orgellandschap een status aparte: hij is blind. Hij is niet de enige, eerder besprak ik hier een cd van Paul Houdijk, organist van de Utrechtse kathedraal. Zonder iemand te kort te willen doen moet ik bekennen dat ik niet op de hoogte ben van andere blinde organisten in ons land. De enige andere blinde musicus die me te binnen wil schieten is jazzpianist Bert van der Brink, en net als Henco de Berg is hij een begenadigd improvisator. Henco de Berg is niet blind geboren: hij werd tijdens zijn conservatoriumstudie getroffen door een fatale oogziekte. Dat hij geen tijd verloor en binnen de kortste keren de omschakeling maakte naar leven met braille en een geleidehond is op zich al een topprestatie. Dat hij daarnaast ook nog eens een bloeiende carrière als organist en improvisator heeft weten op te bouwen - daar wordt ik persoonlijk even stil van. Helemaal alleen staat hij gelukkig niet: zijn echtgenote Jolanda Zwoferink staat hem zowel in het dagelijkse als het muzikale leven bij. Zij schiep een platenlabel, Prestare, waarop de verrichtingen van het echtpaar te horen zijn, naast belangwekkende uitgaven van gelijkgestemden als de componisten Arie J. Keijzer en Albert de Klerk. Over Zwoferinks Bach en Keijzer heb ik hier al geschreven, maar Henco de Berg is nog niet aan de orde gekomen. Dat heeft twee redenen: er zijn inmiddels zes improvisatie-cd's verschenen en ieder van die zes werpt een nieuw licht op de componist Henco de Berg. Dat ik hem nu een componist noem is geen vergisssing - improviseren is ter plekke componeren. Naderhand opschrijven is een optie die in veel gevallen tot meesterwerken heeft geleid (ik denk aan Marcel Dupré). Ook door derden uitgeschreven improvisaties hebben soms een klassieke status bereikt. De transcripties van een handvol improvisaties van Tournemire zijn veel organisten en luisteraars wellicht geliefder dan zijn kolossale 'Orgue mystique'. Henco de Berg heeft samen met zijn labelchef gekozen voor een hechte formule. Kies een orgel, ontdek waartoe dat instrument je inspireert, en laat je gaan. De zes cd's die inmiddels werden voltooid bewijzen dat de formule werkt. De inspiratie die het instrument genereert, plus het besef dat de muziek die zo zal ontstaan binnen een paar uur zowel verklonken als vereeuwigd zal zijn, veroorzaakt een unieke spontaniteit. De orgels van Haarlem, Rotterdam, Den Haag, Dudelange, La Madeleine plus de samenwerking met Loïc Mallié in Eindhoven blijken ieder voor zich een unieke inspiratiebron te zijn geweest. In dat verband hecht ik er aan om het woord vooraf te citeren, dat bij elk van deze uitgaven als een credo fungeert: 'Improviseren is componeren aan de speeltafel op het moment van uitvoering. Deze werkwijze werd tijdens de opname, die in één sessie plaatsvond, consequent toegepast: zonder voorbereiding. Het ongeëvenaarde orgel en de akoestische eigenschappen van de [betreffende] kerk bieden de organist een zeldzame inspiratiebron.' Daarin ligt precies de waarde van deze verzameling improvisaties: we luisteren niet naar een gefixeerd programma, maar naar een gebeurtenis, een 'happening', om maar eens een inmiddels belegen term te gebruiken. Wat mij in sommige recensies over De Berg bijzonder gestoord heeft is het feit dat de scribent in kwestie deze improvisaties inschaalde in de categorie 'in de stijl van'. Want dat is nou precies wat ze niet zijn. Wanneer De Berg door sommige titelkeuzes laat merken dat hij is geïnspireerd door Messiaen of Reger wil dat nog lang niet zeggen dat hij stijlbloempjes kweekt, integendeel. Hij laat zich inspireren door de vorm, niet door de inhoud. In deze improvisaties is geen moment sprake van herkauwde Reger of Messiaen. Dat De Berg lessen getrokken heeft uit zijn grote voorbeelden is duidelijk, maar improviseren 'in de stijl van' is een voorspelbaar kunstje dat je ogenblikkelijk herkent. Henco de Berg schept muziek die nieuw en ongehoord is. Deze cd is in twee dagen opgenomen op het orgel van La Madeleine, de legendarische plek waar niet alleeen Camille Saint-Saëns, maar ook Jeanne Demessieux werkzaam was. Het vierklaviers instrument van bouwer Cavaillé-Coll is een van zijn mooiste scheppingen, en heeft Henco de Berg geïnspireerd tot een bespiegeling van de Franse traditie - van Vierne tot Messiaen. De cd opent met een briljante toccata, gevolgd door vier études die zich bezighouden met karakteristieke kleurschakeringen: fluiten, tongwerken en plenum. De prachtige Prière die volgt is ondanks de titel niet ingegeven door Franck, maar eerder door Messiaen. Een symfonie besluit het programma; de vijfdeligheid en de toonsoort zouden een verwijzing kunnen zijn naar de laatste grote orgelsymfonicus, de eveneens blinde Louis Vierne en zijn zes orgelsymfonieën. Alleen maar een verwijzing, want in een land waar we doodgeknuffeld worden met koraalbewerkingen is het improviseren van een volwassen symfonie niets minder dan het stellen van een daad. Ik hoop van harte dat Henco de Berg ooit de moeite neemt om zijn eerste étude, de Dialogue sur les flûtes, van improvisatie tot uitgeschreven compositie op te waarderen: ze is het waard. Op YouTube kunt u zelf beoordelen of ik gelijk heb. index |
|