CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, november 2013

 

Pasquini: 14 Sonates voor twee orgels

Luca Scandali (orgel), Hadrien Jourdan (orgel en klavecimbel)

Brilliant Classics 94347 • 72' •

Opname: oktober 2012, Basilica di Santa Maria della Misericordia, Sant’Elpidio a Mare, Fermo, Italië

   

Bernardo Pasquini composed 28 sonatas written only in figured bass, the most curious and individual group in his output. Exactly half are for two harpsichords, almost all being in three movements, arranged Allegro-Andante-Allegro; the other half, for a single instrument, are in two to five movements. They have no obvious precedent. - The New Grove Encyclopedia of Music

De Italianse componist en klaviervirtuoos Bernardo Pasquini (1637-1710) is de missing link tussen Girolamo Frescobaldi (1583-1643) en Domenico Scarlatti (1685-1757). Hij was vooral actief in Rome, waar hij verschillende posities als organist vervulde, opera’s en oratoria componeerde en samenspeelde met de vioolvirtuoos en componist Arcangelo Corelli. Op deze schijf maken we kennis met een wat wonderlijk fenomeen, dat desondanks zeer welkom is: sonates waarvan alleen de becijferde bas is uitgeschreven. Een becijferde bas – basso continuo – is precies wat het zegt: een bastoon (C, D, enz.) met daarboven cijfertjes die aangeven hoe de ligging van het akkoord moet worden uitgevoerd. Het is een kunst om zoiets te kunnen lezen, en een nog veel grotere kunst om er muziek van te maken. In de jazz is het een doodnormale praktijk, maar daar wordt tevens geïmproviseerd op een melodie, en die ontbreekt bij Pasquini. Vandaar de slotopmerking in bovengenoemd citaat: nog nooit vertoond.

Een en ander had wat mij betreft wel iets helderder mogen worden uitgelegd in de toelichting die organist Luca Scandali schreef voor deze uitgave. Wat zich uitkristalliseert is het volgende: Pasquini maakte zich zorgen over de kunst van het uitwerken van een becijferde bas, een ambacht dat door Frescobaldi tot eenzame hoogte was gebracht. Dus schreef hij uit pedagogische overwegingen een verzameling sonates, veertien voor twee klavieren, en veertien voor één manuaal. Een oefenboek voor aanstormende klaviervirtuozen in de zeventiende eeuw. Het logische gevolg is dat de helft van wat u op deze cd hoort niet van Pasquini is, maar van de beide mannen die hem volgespeeld hebben. Dat hebben ze knap gedaan – toen ik de achtergrond nog niet tot me had laten doordringen en alleen de muziek hoorde waande ik me in een Rome waar Frescobaldi op zoek was naar Corelli.

Voor de uitvoering van de veertien driedelige sonates hebben Scandali en Jourdan een aardige oplossing gevonden, door ze afwisselend op twee orgels of op orgel en klavecimbel te laten horen. In bovengenoemde Basilica bevinden zich twee vrijwel identieke orgels van twee verschillende bouwers. Het zijn eenklaviers instrumenten uit de achttiende eeuw die zich tegenover elkaar bevinden, In Cornu Epistolae (epistelorgel), en In Cornu Evangelii (evangelieorgel). Een genot om die beide orgeltjes met elkaar in dialoog te horen, in een ideale akoestiek. De combinatie orgel met klavecimbel vereist kunstgrepen – het klavecimbel is nu eenmaal niet opgewassen tegen het orgel, en al helemaal niet in een basiliek. Dat brengt met zich mee dat het luisterperspectief op deze opname wisselt per bezetting. Dat doet niets af aan de prestatie van Scandali en Jourdan, waarbij je je best mag afvragen hoeveel Pasquini we nu eigenlijk te horen krijgen. Het is een beetje als Sketches of Spain. Zijn die nu van Joaquín Rodrigo of van Miles Davis?


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links