![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, november 2009
|
||
Paganini: Vioolconcert nr. 1 in D, op. 6 - nr. 2 in b, op. 7 (La campanella). Rossini: Ouverture Matilda di Shabran. Rudolf Koelman (viool), Orkest van het Oosten o.l.v. Jan Willem de Vriend. Challenge Classics CC72343 • 72' • (sacd) Website van Challenge Classics Ze zijn met zijn drieën binnen een jaar geboren, Rudolf Koelman, Jan Willem de Vriend en Jaap van Zweden, en ze zijn alle drie begonnen als violist. Jaap van Zweden is inmiddels een internationaal gerespecteerd dirigent, Jan Willem de Vriend heeft met zijn Combattimento Consort eveneens internationale faam veroverd en is bovendien de opvolger van Jaap van Zweden als dirigent van het Orkest van het Oosten. Rudolf Koelman volgde Jaap van Zweden in 1996 op als Concertmeester van het Concertgebouworkest, maar hij was er niet gelukkig en vertrok in 1999 alweer. Nu komt er een cd uit met de beide eerste vioolconcerten van Paganini, gespeeld door Rudolf Koelman en gedirigeerd door Jan Willem de Vriend, met het orkest dat met Jaap van Zweden tournees maakte naar Amerika en Engeland onder de naam Netherlands Symphony Orchestra. Rudolf Koelman werd geboren in Amsterdam in 1959 en begon zijn serieuze vioolstudie in 1972 bij Herman Krebbers aan het Conservatorium te Amsterdam. Al in 1978 vertrok hij naar het zonnige Californië om daar viool te studeren bij Jascha Heifetz. In 1980 keerde hij Nederland teleurgesteld de rug toe en vertrok hij naar Zwitserland, waar hij zich in de stad Bern een poosje in leven hield als straatmuzikant. Hij werd conservatoriumdocent en bouwde in de loop der jaren een solocarrière op, die hem in 1993 in het Amsterdamse Concertgebouw terugbracht. Tegenwoordig is hij docent aan de Hogeschool der Kunsten in Zürich en geeft hij ook leiding aan het strijkorkest van die instelling. Hij maakte diverse cd's, waaronder een live-opname van de Caprices van Paganini, uitgekomen op het label Hänssler. Deze opnamen van de beide vioolconcerten van Niccolò Paganini werden eveneens live gerealiseerd, tijdens concerten en (gezien de data 2-5 september en 5-8 november 2008) repetities in het Muziekcentrum te Enschede. Applaus is weggelaten en van het publiek merk je helemaal niets. Paganini schreef zijn concerten voor eigen gebruik en verlegde met de kunsten die hij zo vastlegde de grenzen van wat een mens voor mogelijk had gehouden op de viool. Het inspireerde Franz Liszt om zich grondig te bezinnen op zijn pianospel en een soortgelijke perfectie te bereiken. De componist Liszt heeft het uiteindelijk gewonnen van de virtuoos, maar Paganini was toch in de eerste plaats violist en zijn composities wortelen dan ook diep in het geliefde idioom van zijn tijdgenoten: de opera. Bellini, Donizetti en Rossini waren de helden van zijn tijd en dat is duidelijk te horen in zowel de structuur van zijn langzame delen, die eigenlijk verkapte aria's zijn, als in de snelle delen waar je je soms waant in een opwindende cabaletta. Koelman en de Vriend hebben hun best gedaan om dat verband met de opera nog eens te benadrukken. Tussen de beide vioolconcerten staat de ouverture tot de opera Matilde di Shabran van Rossini, en inderdaad, ze past als een handschoen. Zo zou een concert van Niccolò willicht ook zijn samengesteld. Paganini is geen componist voor elke violist zoals Bach dat tegenwoordig wel lijkt te zijn, en dus is het aantal opnamen van zijn concerten in de loop der tijd gestaag verminderd; wat dat betreft hebben zijn Caprices voor viool solo de tand des tijds beter doorstaan. Rudolf Koelman heeft duidelijk affiniteit met dit repertoire, en hij geeft je het gevoel dat hij er trots op is dat hij al dit moois, al die spannende dubbelgrepen, die linkerhandpizzicato's, dat vliegende staccato ogenschijnlijk uit zijn mouw schudt. De suggestie van een live-concert is in deze opname steeds aanwezig, en die extra spanning hebben zowel componist als uitvoerenden als publiek broodnodig. Hier worden we dubbel en dwars bediend. index | ||