CD-recensie
© Siebe Riedstra, september 2019 |
In 1998 bracht het label Hyperion in de serie The Romantic Piano Concerto een cd uit met de pianoconcerten van Joseph Marx (Romantisches Klavierkonzert) en Erich Wolfgang Korngold (Pianoconcert voor de linkerhand). In de toelichting lezen we over Marx het volgende:
Het gaat uiteraard om de laatste zin, hoewel die wat betreft de liederen niet waar is, maar voor het overige is er in de afgelopen twintig jaar heel veel goedgemaakt. Vooral de labels ASV en CPO hebben zich voorbeeldig om Marx bekommerd. ASV is ter ziele, maar Naxos heeft de opnamen in licentie genomen, en onlangs verscheen de laatste aflevering, met de beide pianoconcerten. De overige heb ik hier eerder besproken (Orkestwerken 1 en 2, plus een schijf met orkestliederen). Ook CPO houdt zich bezig met de orkestwerken, en bracht eerder een cd uit met onder andere een beknopte nieuwe versie van het laatste deel van de Herbstsymphonie, gedirigeerd door Johannes Wildner, die ook de onderhavige uitgave voor zijn rekening neemt. Als kind uit de betere kringen en met een grootmoeder in Italië genoot Joseph een zorgeloze jeugd die zich afspeelde tussen zijn geboorteplaats Graz en het omliggende Tyrol, en diverse Italiaanse buitenverblijven. Muziek was hem aangeboren door een pianospelende moeder, maar voor zijn vader een onaanvaardbaar beroep. Toch werd een rechtenstudie al gauw vervangen door muzikale activiteiten. Marx wist zich al componerend een weg te banen tot zijn ware roeping, en tussen 1908 en 1912 ontstonden zo'n 120 liederen waarvan een aantal succesvol hun weg vonden naar de belangrijkste vocalisten van zijn tijd. Daarna wijdde hij zich aan het schrijven van symfonische werken en kamermuziek. Met deze cd gaat voor de bewonderaars van Joseph Marx een lang gekoesterde droom in vervulling: de eerste uitgave van zijn grootste symfonische schepping 'Eine Herbstsymphonie'. Zonder coupures en onder bijna ideale omstandigheden: maar liefst vier dagen werden voor de opname uitgetrokken. Dat is ook wel nodig, want de omvang van het werk is niet gering: vier delen met een totale lengte van rond de zeventig minuten. In de titels blijft het overal herfst, maar in de muziek schijnt regelmatig een gouden zon. Marx noemde ze achtereenvolgens Ein Herbstgesang - Tanz der Mittagsgeister - Herbstgedanken en Ein Herbstpoem. Strikt genomen is hier geen sprake van een symfonie, maar een viertal symfonische gedichten, waarvan de eerste twee zonder pauze in elkaar overgaan. Joseph Marx overleed in 1964, en decennialang is het stil geweest rond deze componist die eens uitgevoerd werd door de groten der aarde. Door de vele belangrijke posities die hij in het Oostenrijkse muziekleven bekleedde, gevoegd bij zijn aartsconservatieve instelling, werden uitvoeringen van zijn werk in het klimaat van de jaren zestig en zeventig echter zeldzaam, om voor de hand liggende redenen. Marx was een ultra-romanticus met een fijn oor voor zwelgende orkestklanken. Opvallend is het gulle en kiene gebruik van harp, piano, celesta, vibrafoon, xylofoon en klokkenspel, een kenmerk dat hij deelde met zijn iets jongere landgenoot Wolfgang Korngold. Bij beide componisten ligt, ondanks het vakmanschap, de salon gevaarlijk dicht om de hoek. De status die Marx in Oostenrijk genoot blijkt uit het feit dat de wereldpremière van zijn Herbstsymphonie in 1922 werd gedirigeerd door niemand minder dan Felix Weingartner, met op het podium de Wiener Philharmoniker. Na afloop blies een aantal boze Weners op hun huissleutels, maar ze kregen flink tegengas van enthousiaste fans van de componist. Een paar maanden later werd de uitvoering in Graz onder Clemens Kraus een eclatant succes. Daarna werd het werk tijdens Marx' leven (en nog lang daarna) niet uitgevoerd. De zegswijze 'de première is ook de dernière' is van alle tijden. Pas in 2005 kwam de Herbstsymphonie opnieuw tot klinken, door het andere orkest uit Graz, onder Michel Swierczewski, eveneens zonder coupures (en ook nog vijf minuten langer). Die uitvoering is te beluisteren op YouTube, waar we ook nog een uitvoering (met coupures) vinden door The American Symphony Orchestra en dirigent Leon Botstein. Sinds 1998 is de discografische status van Joseph Marx als een komeet omhooggeschoten, al wil dat natuurlijk niets zeggen over zijn reputatie in de concertzaal. In Nederland werd nooit een symfonische noot van de man gespeeld, en daar zal vast geen verandering in komen. Dat neemt niet weg dat de liefhebber van onvervalst zwelgende orkestmuziek met deze Herbstsymphonie menig uurtje kan genieten. Het opnameteam van CPO, de Grazer Philharmoniker en hun chef Johannes Wildner zorgen voor een berauschende Ohrenschmaus. index |
|