![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, augustus 2015
|
Iets meer dan een halve eeuw geleden kwamen voor het eerst complete registraties van Mahlers symfonieën in de winkel. Leonard Bernstein in New York voor CBS, Bernard Haitink voor Philips en Rafael Kubelík in München met het orkest van de Beierse Omroep voor DG. Er was ook eentje waar niemand het nu nog over heeft, maar die destijds voor arme studenten uitkomst bood: Maurice Abravanel met het orkest van Utah, in Salt Lake City. Op de Achtste zong het Mormon Tabernacle Choir en het gigantische orgel van de Mormon Temple droeg een indrukwekkende partij bij. Dat was nog voor de opkomst van de Beatles. De Negende wordt algemeen gezien als Mahlers afscheid van het leven. Leonard Bernstein sprak van "the most musically realistic description of death itself". Maar is dat ook zo? De toelichtig bij deze cd hinkt wat dat betreft op twee gedachten, want Ivan Fischer spreekt over de hartritmestoornissen in het eerste deel en de angst voor de dood, terwijl de toelichting naar voren brengt dat Mahler net vijftig was geworden, een druk concertseizoen voor de boeg had en een huis wilde gaan kopen in München. Waar deze theorieën moeten worden uitgevochten is in het laatste deel, een Adagio van 185 maten dat in de partituur slechts zeventien bladzijden beslaat. Bruno Walter deed er in zijn legendarische opname met de Wienre in 1938 slechts 18 minuten over, tegenwoordig zijn er maestri die er meer dan een half uur voor nodig hebben. Ivan Fischer schaart zich met 23 minuten aan de kant van Bruno Walter, en trekt deze muziek hoorbaar niet in de richting van het graf, maar in de richting van het afscheid. Dat Mahler al sinds de Zesde Symfonie bezig was om van zijn geliefde Alma afscheid te nemen kan toch niemand ontgaan zijn. Alles wat Fischer met zijn Budapest Festival Orchestra presenteert is gelauwerd door vele live-uitvoeringen die eraan vooraf gingen. Er wordt schitterend gemusiceerd, Fischer heeft een visie op de partituur die nergens aan spanning inboet. Wie Leonard Bernstein met deze symfonie aan het werk gezien heeft weet dat het laatste druppeltje levensbloed uit deze noten kan worden gewrongen, en dat dat veel tijd vergt. Zo niet bij Fischer. De weerbarstige kant van Mahlers klanktaal komt bij hem misschien niet altijd tot zijn recht, maar wat overblijft is een goudeerlijke vertolking die zich vele malen laat beluisteren zonder door 'hinderlijke maniertjes' ontsierd te worden. index |
|