CD-recensie
© Siebe Riedstra, augustus 2017
|
De Nederlandse componist Erik Lotichius (1929-2015) maakte naar eigen zeggen in oktober 1998 kennis met de muziek van Arvo Pärt. Een beetje laat, wanneer je in aanmerking neemt dat Pärt toen al tien jaar een cultfiguur was bij de aanhangers van minimal music en Lotichius zelf op een jaartje na zeventig jaar oud was. Hoe het ook zij, Lotichius raakte geïnspireerd en schreef met Rebotko een werk dat weliswaar weinig met Pärt te maken heeft, maar wel een eigen uitwerking van het minimalisme behelst. In de overige stukken (de toelichting dateert ze niet, en de website van Lotichius al evenmin) laat de componist zich vooral ook inspireren door zijn eigen ervaringen in de lichte muziek en de jazz. Hij weet zijn ideeën beknopt gestalte te geven en heeft kennelijk een zonnige kijk op het (muziek)leven, dissonanten zul je bij hem slechts in het voorbijgaan aantreffen. Het resultaat: 14 aardige vignetten, met elk een eigen karakteristiek (blues, rumba, 'Schubert', 'Dvorák'). Het leukst zijn vier delen uit de pianocyclus Anaitalrax (lees van achter naar voor), waarin ragtime en Scarlatti op een virtuoze manier worden gecombineerd - ze zijn Ralph van Raat op het lijf geschreven. Voor liefhebbers van ongecompliceerde speelmuziek met een knipoog naar de klassieke jazz van virtuozen als Oscar Peterson en Erroll Garner een plezier om naar te luisteren, mede door de uitstekende opname. Wat Rebotko betekent mag u zelf verzinnen. index |
|