CD-recensie
© Siebe Riedstra, december 2023 |
Hoewel we ons Franz Liszt (1811-1886) vandaag vooral herinneren als pianocomponist- en virtuoos, is zijn invloed op de ontwikkeling van de negentiende-eeuwse muziek gigantisch geweest. Hij was niet alleen de lijfelijke schoonvader van Richard Wagner, hij heeft op het componeren van Wagner een niet te onderschatten inwerking gehad. De componist Liszt heeft een onwaarschijnlijk productief leven geleid, waarin hij nauwelijks een genre heeft overgeslagen. Na zijn virtuozenjaren en het daaropvolgende dirigentschap in Weimar trok hij zich terug in Rome, waar hij zijn laatste jaren sleet als Abbé Liszt. In die periode week hij als componist enerzijds uit naar atonale experimenten, anderzijds naar vignetten met een religieuze inspiratie. Soms combineerde hij ze, zoals in Via Crucis. Reinbert de Leuw heeft zich sterk gemaakt voor een groot deel van dat late oeuvre, uiteraard met de piano als centraal instrument. Liszt was geen organist, en zijn belangstelling voor het orgel werd pas gewekt door de bouw van een nieuw instrument door de bouwer Ladegast, voor de Dom van Merseburg. Diederik Blankesteijn (*1996) studeerde orgel aan het Conservatorium van Amsterdam bij Jacques van Oortmerssen. Hij is werkzaam als cantor-organist aan de Lutherse Kerk te Utrecht. Op zijn eindexamen op het Müller-orgel in de Haarlemse Bavo speelde hij zijn eigen orgeltranscriptie van de pianosonate van Liszt. Hij bewees daarmee niet alleen zijn kunnen als orgelvirtuoos en bewerker, maar maakte ook een statement in de richting van het gekozen instrument. Die keuze maakt hij nog duidelijker op deze debuut-cd, want Liszt wordt hier gepresenteerd op een orgel dat maar een paar decennia ouder is dan het Ladegast orgel in Merseburg: het orgel van de Dom te Utrecht, gebouwd tussen 1825 en 1831 door de Hollandse gebroeders Bätz. Het spreekt bijna vanzelf dat dit niet de eerste keer is dat de Sonate omgeschreven werd naar het orgel, maar Blankesteijn stelde zichzelf een specifieke opgave: de transcriptie op maat te leveren voor het typisch Hollandse stadsorgel. Blankesteijn is daarin voortreffelijk geslaagd, uiteraard met de hulp van een handvol toegewijde registranten. Dat de ruime akoestiek van de Dom daarbij een niet te verwaarlozen rol speelt spreekt vanzelf en wordt duidelijk in de tijdsduur: een kwartiertje langer dan de gemiddelde uitvoering op piano. Blankesteijn speelt daarnaast nog een eigen transcriptie, La lugubre gondola, verwijzend naar de dood van Richard Wagner, in 1883 in Venetië. Edwin Henry Lemare (1865-1934) was vermaard om zijn transcripties en is verantwoordelijk voor de hier opgenomen versie van Sposalizio, het eerste deel van de tweede bundel Années de pelerinage. Overigens maakte Liszt zelf ook een bewerking van dit stuk voor sopraan en orgel onder de titel Ave Maria/Zur Trauung (1883). Liszt werkte regelmatig samen met de organist Alexander Willhelm Gottschalg (1827-1908) die de vermoedelijke auteur is van de transcriptie van de Consolation in Des. Diederik Blankesteijn levert met dit fraai afgewogen recital een unieke kijk op het oeuvre van een componist die veel meer voor de ontwikkeling van het orgelrepertoire heeft betekent dan we ons bewust zijn. Virtuoos en fantasierijk en vooral met de durf om hiervoor het Hollandse stadsorgel in al zijn glorie te laten horen. Een debuut om trots op te zijn. index |
|