![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, oktober 2013
|
I dedicate these recordings to my friend Vincent Meyer without whose continuing support this project would not have been possible. – György Ligeti In 1968 verwierf György Ligeti mondiale faam doordat twee van zijn werken door Stanley Kubrick werden gebruikt in de hitfilm ‘2001: A Space Odyssey’. Dat waren ‘Lux aeterna’ voor onbegeleid koor en het orkestwerk ‘Atmosphères’ uit 1961. Je zou verwachten dat er naar aanleiding van dat succes direct een aantal opnamen van deze componist verschenen. Dat valt echter tegen: het Duitse label Wergo heeft zich decennia lang trouw betoont aan Ligeti, maar de grote labels hadden slechts mondjesmaat interesse. Desondanks kwamen belangwekkende registraties tot stand, maar een integrale opname van dit belangwekkende oeuvre bleef uit. Enter Vincent Meyer. Vincent Meyer is schatrijk en de geldschieter van het Londense Philharmonia Orchestra. Hij stelde een miljoen dollar ter beschikking om de registratie van het gehele oeuvre van Ligeti mogelijk te maken. Aanvankelijk voor het label Sony, onder de noemer The Ligeti Edition, bestaande uit acht delen. Na een meningsverschil tussen componist en label gelukkig niet gestopt, maar voortgezet op Teldec als ‘The Ligeti Project’, waar de overige vijf delen verschenen. Dat was in 2002, inmiddels zijn de vijf delen in een box gebundeld en tegen een weggeefprijs verkrijgbaar. Dit is deel twee van dat project met de werken voor groot orkest, waarvan het Concert Românesc uit 1951 en het tweedelige Apparitions uit 1958/9 hun plaatpremière beleven. Dat we daar bijna vijftig jaar op hebben moeten wachten is gewoonweg bizar. Deze opnames zijn voor een deel live (Lontano, Atmosphères en San Francisco Polyphony), net als vele andere in omloop zijnde uitgaves. Zelfs Kubrick gebruikte voor zijn film bestaand materiaal van de Südwestfunk. Het spreekt vanzelf dat deze cd in essentie geen competitie heeft en dus voor de verzamelaar verplichte kost is. Toch blijft het moeilijk om deze hondsmoeilijke partituren zonder kleerscheuren neer te zetten. In Lontano bijvoorbeeld zit een inzet (rond 3:00 op de teller) voor de tuba, pianissimo op een contra-des, acht seconden aan te houden; de tubaïst die dat vlekkeloos kan spelen moet nog geboren worden. Dus koos Ernest Bour in zijn opname (Wergo) voor een contrabasklarinet, en in de live-opname met Haitink en het KCO wiebelt de tubaïst tussen een Des en een D. Abbado nam Lontano en Atmosphères eveneens live op met de Wiener Philharmoniker (DG), en hij – en zijn tubaspeler – boekt in deze passage de beste resultaten. Het lukt de Berlijnse tubaïst om de toon heelhuids in te zetten, maar vasthouden gaat niet. Wat overigens niets afdoet aan de hoge kwaliteit van deze uitvoeringen. Het vierdelige Concert Românesc biedt een boeiend kijkje in de keuken van Ligeti, want de componist toont zich hier nog geheel en al de pupil van Kodaly. Alleen in het laatste deel, een op volksmuziek gezette bijenkorf, kunnen we even proeven aan de toekomstige schepper van de insectenmuziek. Het publiek is muisstil en het applaus is weggelaten. Dit is een onmisbare uitgave van repertoire dat heeft bewezen tot het beste van de twintigste eeuw te behoren. index |
|