CD-recensie
© Siebe Riedstra, januari 2022 |
Vlad Weverbergh (1977) begon zijn carrière als soloklarinettist van deFilharmonie, het orkest van Antwerpen. Aansluitend houdt hij zich bezig met de diverse ensembles die hij in het leven heeft geroepen, waaronder een Big Band (Vlad's Big Bite), een Klezhmer Ensemble (Trio Dor), en in 2012 het ensemble Terra Nova Collective. Hij studeerde bij klarinetfenomeen Walter Boeykens aan het Conservatorium van Antwerpen, waar hij nu zelf docent basklarinet is. Het Terra Nova Collective musiceert op oude instrumenten, is flexibel van samenstelling (van kamermuziek tot orkest) en heeft op het label Et'cetera al een tiental cd's uitgebracht. Weverbergh ziet zijn missie met het Terra Nova Collective in het ontdekken van onontgonnen muzikale gebieden en het innoveren van het bestaande repertoire, met name door aandacht te besteden aan vergeten Vlaamse componisten. Eerder besprak ik hier cd's met werk van De Croes, Faber, Ryelandt en Van Maldere. Een dubbel-cd met symfonieën van Leemans werd door Kees de Leeuw besproken. In die bespreking komt tevens de levensloop van Leemans uitgebreid aan de orde. Hébert Leemans werd geboren in 1741 in Brugge in een muzikale familie. De eerste scholing genoot hij van zijn vader, over de rest van zijn opleiding is weinig bekend. Hij vestigde zich in Parijs als cellist en publiceerde daar een veertiental symfonieën, enige bundels kamermuziek en nog wat vocale muziek. Hij overleed in 1771, slechts dertig jaar oud, maar liet zijn echtgenote en twee dochtertjes in redelijke welstand achter. Leemans publiceerde twee bundels kwartetten: Zes Strijkkwartetten opus 5 op populaire melodieën van Grétry, Monsigny en Philidor verschenen in 1771; Zes kwartetten voor een ad libitum bezetting opus 3 verschenen in 1769. Die ad libitum bezetting was afgestemd op de smaak van het Parijse publiek, en vooral toegesneden op de geoefende amateur. De bezetting die Leemans voorschrijft is merkwaardig, en komt verder in de muziekpraktijk nauwelijks voor. De bovenstem is voor fluit of hobo, de tweede stem voor viool, de derde voor fagot en de vierde voor cello. De fagot kan naar believen worden vervangen door een altviool of een tweede cello. Leemans stelde niet alleen geen al te hoge eisen aan de uitvoerenden, ook in zijn muzikale opzet houdt hij het bij eenvoud. Vier van de zes kwartetten zijn tweedelig (rustig-snel), de overige twee zijn driedelig (snel-langzaam-snel). Het idioom valt het best te vergelijken met dat van Christian, de Londense Bach. Weverbergh speelt uiteraard zelf niet mee, maar had wel de supervisie over de opname. Leemans schreef de eerste drie kwartetten voor de hobo, en de volgende drie voor fluit. Op de opname wordt de volgorde zo gekozen dat hobo en fluit om en om aan bod komen. Op de achterzijde van het doosje wordt vermeldt dat de fluitiste een classical flute bespeeld. Dat is uiteraard een traverso. De uitstekende musici verdienen het om even apart genoemd te worden: Carlota Garcia, traverso; Dymphna Vandenabeele, hobo; Gisela Cammaert, viool; Lia Goldberg, fagot; Edouard Catalan, cello. Op YouTube is een kort voorproefje te zien. De uitgebreide toelichting (ook Nederlands) werd verzorgd door musicoloog David Vergauwen. Het spreekt bijna vanzelf dat het hier gaat om discografische premières, smaakvol gebracht en sfeervol opgenomen. Alweer een prachtig portret van een vergeten Vlaamse toondichter. index |
|