CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, november 2010

 

 

Koffler: Strijktrio op. 10 – Cantate Die Liebe op. 14.

Regamey: Kwintet voor klarinet, fagot, viool cello en piano.

Barbara Hannigan (sopraan), leden van de Ebony Band, artistiek leider Werner Herbers, Jacques Meertens (klarinet), Bram van Sambeek (fagot), Marleen Asberg (viool), Roland Krämer (altviool), Daniël Esser (cello), Gerard Bouwhuis (piano)

Channel Classics CCS 31010 • 60' •

www.ebonyband.nl


Werner Herbers heeft een reputatie te verliezen wanneer het gaat om het ontdekken van vergeten twintigste eeuwse muziek, vooral die uit het interbellum. Ontdekken is één ding, tot klinken brengen vereist weer heel andere eigenschappen: lef, doorzettingsvermogen en charisma. Herbers had dat in overvloed, en stichtte de Ebony Band, een topensemble waarmee geweldige concerten en prachtige cd-producties tot stand kwamen. Totdat de raad voor cultuur in haar oneindige wijsheid besliste dat de Ebony Band niets toevoegde aan het Nederlandse muzikale landschap en adviseerde de subsidie in te trekken. Aldus geschiedde en Herbers ging ondergronds en de virtuele Ebony Band was geboren (klik hier voor het artikel van Paul Korenhof op deze site). Ze wordt hier gepresenteerd op een cd die trots de titel ‘Poolse Meesterwerken’ voert, en daarmee is niets teveel gezegd. Jozef Koffler en Konstanty Regamey mogen dan volstrekt onbekende namen zijn, zij delen het lot van veel componisten uit het tweede kwart van de twintigste eeuw, wier namen door rassenhaat en oorlogswaan spoorloos werden uitgewist.

Jozef Koffler (1896-1944) werd geboren in de Oekraïne en studeerde vanaf 1914 rechten in Wenen. Na zijn dienstplicht vervuld te hebben studeerde hij muziek en werd repetiteur en koordirigent aan het Burgtheater te Wenen. In die tijd leerde hij ook Alban Berg kennen. In 1924 keerde hij terug naar de Oekraïne, waar hij zich vestigde in Lvov, als componist en publicist. Na de Duitse bezetting van de Oekraïne heeft hij nog geprobeerd om met zijn familie te vluchten, maar de nazi’s wisten hem te vinden. Ergens in 1944 loopt het spoor dood. Koffler voerde een correspondentie met Arnold Schönberg, maar heeft zijn beroemde collega nooit ontmoet. Hoewel Koffler zich Schönbergs twaalftoonstechniek eigen maakte kon het contrast tussen de uitwerking van die methode met die van zijn grote voorbeeld niet groter zijn. Het Strijktrio van Koffler bedient zich van een lyrische chromatiek, intervallen van een kleine afstand, waardoor een melancholieke sfeer ontstaat, en milde dissonanten. Een groot verschil met de strenge toon, de compromisloze harde dissonanten en de angst die Schönbergs Trio op. 45 doortrekt (klik hier). De lyrische cantate ‘Die Liebe’ is een zetting van de beroemde woorden die de apostel Paulus neerschreef in zijn eerste brief aan de Corinthiers, 1. Cor. 13. Ook hier bedient de componist zich van uiterst bescheiden middelen: sopraan, klarinet, altviool en cello zijn alles wat hij nodig heeft. Het resultaat is zonodig nog indringender. Inderdaad: een meesterwerk.

Al net zo’n meesterwerk is het Quintet van Konstanty Regamey (1907-1982), gecomponeerd in de jaren 1942-44. Regamey had een Zwitserse vader en een Russische moeder, werd geboren in Kiev, maar had dus wel een Zwitsers paspoort. Dat heeft zijn leven gered. Hij studeerde oude en oosterse talen in Warschau, werd tijdens de tweede wereldoorlog gearresteerd, maar uitgewezen naar Zwitserland. Daar doceerde hij Slavische en Oosterse talen aan de Universiteiten van Lausanne en Fribourg. Hij trad tevens op als pianist, componeerde, en publiceerde over muziek. Zijn vocale werken schreef hij het liefst in talen die niemand meer spreekt. Ook Regamey maakt gebruik van reeksentechnieken, maar musiceerdrift wint het van theoretische beslommeringen. Dit is een werk dat overstroomt van inspiratie, vakmanschap en originele invallen. Een zwoele tango is maar één van de vele verrassende momenten waar de partituur bol van staat.

De instrumentalisten op deze schijf verdienen de hoogste lof. Het is haast niet te geloven dat het veeleisende Quintet een live-opname is van de Concertzender. Extra lof komt toe aan pianist Gerard Bouwhuis voor een bijdrage die dicht in de buurt van een pianoconcert komt. De spelers in het Strijktrio van Koffler klinken alsof ze het werk al jaren op hun repertoire hebben. Barbara Hannigan heeft haar sporen ruimschoots verdiend in de meest moeilijke en veeleisende eigentijdse partituren, en technisch gesproken is er niets op haar vertolking aan te merken. Iets meer romantische inleving was evenwel niet verkeerd geweest; deze liefde blijft wat koeltjes. Wat niet wegneemt dat dit een cd is die een grote lacune vult in de catalogus, de Ebony Band waardig, virtueel of niet.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links