CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, april 2018

 

Kodály: Concert voor orkest

Bartók: Concert voor orkest

Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin o.l.v. Jakub Hrůša
Pentatone PTC 5186 626 • 56' •
Opname: juni 2017, Haus des Rundfunks, Grosser Sendesaal, Berlijn

 

Twee Hongaarse vrienden componeren binnen vier jaar een Concert voor orkest. Beide werken zijn opdrachten van Amerikaanse toporkesten - Chicago en Boston. Niets ligt meer voor de hand dan die beide werken samen te programmeren op één cd - toch gebeurt dat zelden.

Zoltan Kodály schreef zijn Concert voor Orkest voor het vijftigjarig bestaan van het Chicago Symphony Orchestra, dat de componist had uitgenodigd om het werk persoonlijk ten doop te houden. Het jubileum vond plaats in 1940, het verkeerde moment om naar Chicago af te reizen. In hetzelfde jaar koos Béla Bartók voor een enkele reis New York - om nooit meer terug te keren. Na drie jaren zonder inkomen en ziekte brak in 1943 toch nog een late zon door in de vorm van een opdracht, verstrekt door Serge Koussevitzky, chef-dirigent van het Boston Symphony Orchestra. Met één been in het graf maar aangespoord door een enorme dosis creatieve adrenaline schreef Bartók zijn meesterwerk, het Concert voor Orkest dat veel componisten inspireerde maar door niemand werd geëvenaard. Binnen enkele jaren werden de eerste opnamen gerealiseerd. In Pittsburgh door Fritz Reiner (1945) en in Amsterdam door Eduard van Beinum (1948). Het begin van een discografische zegetocht die zo langzamerhand in de honderden moet lopen.

Voor Kodály was die zegetocht begonnen met het muzikale portret dat hij schilderde van de Hongaarse volksheld Hary Janos. Uit de gelijknamige opera destilleerde hij (op aanraden van zijn vriend Bartók) een orkestsuite die ogenblikkelijk omarmd werd door dirigenten van het kaliber Toscanini en Furtwängler. Ook daarvan loopt de catalogus over, maar het Concert voor Chicago blijft daar ver bij achter. In die zin is het aardig om de beide Concerten achter elkaar te beluisteren. Hoewel de beide vrienden hun oorsprong vinden in bewondering voor Liszt en een passie voor volksmuziek lijken de resultaten uit 1940 en 1943 in de verste verte niet op elkaar. Kodály houdt vast aan Liszt en Bartók kiest voor de verfrissende originaliteit van de zang van de Balkan.

Zoals gezegd, aan nieuwe opnamen van Bartóks meesterwerk heeft het nooit ontbroken, eerder dit jaar besprak ik nieuwe cd's van Edward Gardner (Chandos) en Pablo Heras Casado (Harmonia Mundi). Met deze nieuwkomer erbij staat de teller op drie, en we zijn pas in de vierde maand. Vergelijken heeft weinig zin, want iedere deskundige komt tot de conclusie dat Solti en Dorati niet te overtreffen zijn. Toch doet Jakub Hrůša op deze cd iets bijzonders: hij plaatst deze beide partituren in een historisch perspectief. Gardner en Heras-Casado zoeken naar nieuwe invalshoeken (uitersten in dynamiek en tempi), Hrůša zoekt overeenkomsten. Hij laat zien dat de virtuositeit van Bartók wel degelijk aanwezig is in Kodály en dat de lyriek van Kodály doorzingt in Bartók. Een uitstekende reden om deze cd te beluisteren, met als extra prikkel de superieure opnamekwaliteit die met name in Kodály's Concert voor Orkest een nieuw licht laat schijnen op een briljante en ten onrechte ondergewaardeerde partituur.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links