![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, februari 2014
|
Lucas (1993) en Arthur (1996) Jussen zijn twee pianospelende broers die behoren tot de categorie Bekende Nederlanders. Dat is iets wat je niet zelf in de hand hebt, maar uitsluitend bepaald wordt door de media. Dat kan handig of vervelend zijn, afhankelijk van de situatie. Een pianist die probeert om zichzelf muzikaal te ontwikkelen moet niet door zijn broer(tje) in de weg worden gezeten. Maar wanneer je zo'n broer(tje) hebt kan dat publicitair ook in je voordeel werken. Uiteraard zijn het vooral de ouders die in zo'n uitzonderlijke situatie een doorslaggevende rol spelen. De klinkende Jussens kunnen we sinds een paar jaar beluisteren op het label Deutsche Grammophon. Dat heeft inmiddels niets meer te maken met de verkoopsuccessen van weleer zoals we die kennen van sterdirigent Herbert von Karajan. Het label DG kleurt nog steeds geel, maar het is al lang onderdeel van een conglomeraat dat opereert onder de naam Universal Music. Daar wordt alles beheerd wat onder de vlag van Philips, Decca en DG is uitgebracht. Nieuwe initiatieven worden nu eerder bepaaald door lokale omstandigheden, en zo zijn Arthur en Lucas Jussen een uiterst geschikt koppel voor Universals DG. Niet alleen als pianoduo, maar ook individueel - een sympathieke en effectieve presentatie. Het ligt voor de hand dat twee pianospelende broers het repertoire voor piano vierhandig en in het verlengde daarvan dat voor twee piano's gaan verkennen. Het klinkende resultaat denkt men zich dan wel te kunnen voorspellen, maar hier worden de verwachtingen overtroffen. De vier handen die hier aan het werk zijn lijken aan één lijf vast te zitten. De cd opent met de Dolly Suite van Fauré voor piano quatre-mains, die gevolgd wordt door de Vierde Nocturne van dezelfde componist. Meer dan één keer heb ik me tijdens de beluistering van de Nocturne afgevraagd of ik nog steeds vier handen aan het werk hoorde. De Nocturne wordt net als het daaropvolgende en uiterst virtuoze Impromtu gespeeld door Lucas, de oudste van de twee. De overstap naar Poulenc wordt naadloos gerealiseerd in het door Arthur gespeelde Mélancolie, waarin de dromerige sfeer van Fauré nog nazindert. De Trois mouvements perpétuels zijn onmiskenbaar topklasse Poulenc, en wie de Jussens heeft zien losgaan met de Sonate pour piano à quatre mains weet dat het feest is. De overstap naar Jeux d'eau van Maurice Ravel komt zo alweer naadloos tot stand. In Ravel wisselen de broers elkaar af: Arthur speeld een klaterend Jeux d'eau, Lucas neemt de Sonatine souverijn voor zijn rekening. Samen besluiten ze het recital met Ma mère l'oye, een partituur die door Ravel werd uitgewerkt tot een briljant ballet. Een ronduit schitterende cd, die in de vormgeving en inhoud van het tekstboekje meer inspeelt op de kijkers naar De Wereld Draait Door dan op de gemiddelde klassieke muziekliefhebber. Gezien de leeftijd van de beide mannen een logische keuze, en goed voor de verkoop. Eén ding moet iedereen die de cd aanschaft en het boekje openslaat direct opvallen: ' Un grand merci' aan Jan Wijn. Zijn grote kennis van de Franse muziek resoneert als een bourdon door dit album. Waarvan akte. Lucas studeert inmiddels in de Verenigde Staten bij Menahem Pressler, Arthur doet dit jaar zijn eindexamen gymnasium. Nog even en het wordt erg stil in huize Jussen............. index |
|