CD-recensie
© Siebe Riedstra, december 2022 |
Wie iets meer wil weten over de componist Gustav Jenner lijkt aangewezen op Wikipedia - wel even in de linkerbalk ook de Duitse versie aanklikken, die biedt veel meer informatie. Wonderlijk ook dat de Engelse levensloop behoorlijk verschilt van de Duitse. De Grove Dictionary besteedt in de jongste online editie nog steeds geen aandacht aan Jenner. Gustav Jenner werd in 1865 geboren te Sylt, het Waddeneiland op de grens tussen Duitsland en Denemarken. Zijn vader was daar arts, en in de Engelse bio lezen we dat hij in 1884 zelfmoord pleegde. Gustav was toen negentien jaar en had al blijk gegeven van muzikale talenten als pianist en componist. De familie was inmiddels verhuisd naar Kiel, de woonplaats van de Duitse dichter Klaus Groth. Groth ontfermde zich over de jonge Jenner en bracht hem in contact met Brahms' oude leraar, Eduard Marxsen. Toen hij bij Marxsen niets meer kon leren verwees deze hem door naar de grote meester. En zo is Jenner bekend geworden als de enige leerling van Johannes Brahms. Over zijn herinneringen aan Brahms heeft hij twee boeken gepubliceerd. Aardig om te lezen dat Brahms net als Otto Ketting van mening was dat inspiratie met wantrouwen tegemoet moet worden getreden. Brahms was bovendien een genadeloos criticus, maar dan wel weer zo gul dat hij Jenner uit eigen zak van een stipendium voorzag en er voor zorgde dat hij een aanstelling kreeg als muziekdirecteur aan de universiteit van Marburg, een functie die hij tot aan zijn overlijden in 1920 zou blijven vervullen. Jenner is niet oud geworden en heeft een bescheiden oeuvre nagelaten, waarin kamermuziek een hoofdrol speelt. De werkenlijst (alleen in de Duitse versie van Wiki) vermeldt daarnaast slechts één orkestwerk, in navolging van zijn leermeester een Serenade. Onvermeld blijft een substantiële hoeveelheid liederen. Bij Jenner lezen we dat Brahms de voorkeur gaf aan een strofische opbouw van zijn liederen, die daardoor een hoog 'nazingbaar' karakter hebben. In dat opzicht blijkt Jenner zijn meester niet gevolgd te hebben, in zijn liederen heeft hij veel meer opgestoken van zijn leeftijdsgenoot Hugo Wolf, die de nadruk legt op sfeertekening en een vanzelfsprekende symbiose van de zang met de pianopartij. Ter gelegenheid van de honderdste sterfdag van Jenner werd er in 2020 op het eiland Sylt een Gustav Jenner Festival gepland, dat door de coronabeperkingen verschoven is naar het voorjaar van 2023. Op dat festival presenteren sopraan Sibylla Rubens en bariton Ulf Bästlein twee liederenrecitals. In 2019 nam Ulf Bästlein alvast een voorschot op de festiviteiten door een cd op te nemen met 39 liederen. Bästlein heeft een bewuste keuze gemaakt uit de liederen op teksten van twee dichters: voornoemde Klaus Groth en Theodor Storm (de dichter van Schliesse mir die Augen beide, tweemaal vertoond door Alban Berg). Storm (1817-1888) werd geboren in Husum, een kustplaatsje vlakbij Sylt. Bästlein heeft zelf wortels in Husum en organiseert daar al jaren een vocale masterklas 'Liedkunst' samen met pianist Charles Spencer. Spencer (1955) behoeft geen introductie, hij was de pianopartner van een staalkaart aan grote zangers - van Christa Ludwig tot Thomas Quasthoff.
Samen presenteren Bästlein en Spencer een uitgelezen programma, dat door Bästlein persoonlijk wordt toegelicht en waarbij Spencer de beschikking heeft over een vleugel van de firma Julius Feurich uit 1928. Bästlein paart een onwaarschijnlijk heldere dictie aan een groot muzikaal inlevingsvermogen. Spencer volgt hem op de voet met de sonore en warme klank van de vleugel. Samen zorgen ze voor een recital dat in vormgeving en uitvoering model kan staan voor een generatie aankomende zangers. Het spreekt vanzelf dat het repertoire voor het overgrote deel nog niet eerder werd opgenomen. Een unieke uitgave. index |
|