![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, juli 2012
|
Hubay: Vioolconcert nr. 1 in a, op. 21 Chloë Hanslip (viool), Bournemouth Symphony Orchestra o.l.v. Andrew Mogrelia Naxos 8.572078 • 71' • Opname: juni 2008, Lighthouse, Poole (VK) Chloë Hanslip (1987) is niet zomaar een violiste. Als vijfjarig meisje voorspelde Yehudi Menuhin haar een grote carrière. Op haar dertiende maakte ze haar debuut-album voor Warner Classics, een jaar later gevolgd door een tweede cd met twee concerten van Bruch. Warner zette het mes in zijn klassieke activiteiten en Hanslip moest eraan geloven. Gelukkig zag Naxos zijn kans schoon en bracht haar derde cd, met vioolconcerten van Adams en Corigliano, uit in 2006 (klik hier). Naxos is intussen begonnen aan een uitgebreide ontginning van het minder bekende negentiende-eeuwse vioolrepertoire op 200 cd’s, en de eerste titel in die serie was er een met Vioolconcerten van Godard, gespeeld door Hanslip. Dat was een voltreffer die in deze pagina’s vol enthousiasme werd ontvangen (klik hier). Haar tweede bijdrage aan de serie bestaat uit virtuoze vioolwerken van Antonio Bazzini (klik hier). Voor nummer drie is de keus gevallen op vioolvirtuoos en componist Jenö Hubay. Hubay (1858-1937) werd geboren als Eugen Huber, zoon van een Duitse vioolprofessor in Boedapest. Jenö was leerling van Joseph Joachim en werd niet alleen een vermaard vioolvirtuoos, maar ook een belangrijk administrateur, als directeur van de Academie in Boedapest. Als componist stond hij in hoog aanzien, niet alleen om zijn vier vioolconcerten, maar ook met symfonieën en diverse succesvolle opera’s. Toen hij overleed was hij de ‘grand old man’ van het Hongaarse muziekleven. De grote Franco-Belgische viooltraditie werd door hem van een Hongaars stempel voorzien, niet alleen door zijn vioolconcerten, maar ook door een geheel nieuw genre, dat hij de Scènes de la Csárda noemde. Korte virtuoze werken in de stijl van de zigeunermuziek, de geliefde csárda, het hongaarse woord voor herberg. Ze bestaat uit twee delen, een langzame inleiding, de lassú, gevolgd door een levendige en vaak opzwepende dans, de friss. Hubay schreef er maar liefst veertien, en zijn reputatie wordt nog steeds in leven gehouden door één ervan, ‘Hejre Kati’, ‘Mooie Kati’, een geliefd item op vioolrecitals. Hubay orkestreerde ze allemaal en ‘Hejre Kati’ en ‘Maros Vize’ (de Maros stroomt vredig) staan op deze cd, samen met de eerste twee vioolconcerten. Het label Hyperion nam in 2006 in de serie ‘The Romantic Violin Concerto’ eveneens de beide eerste concerten op, met als aanvullend repertoire de Suite voor viool en orkest, op.5. Hagai Shaham is de solist, en hij wordt begeleid door het BBC Scottish Symphony Orchestra, gedirigeerd door Martyn Brabbins (CDA67498). Vergelijking leert dat Shaham een klassieke benadering hanteert, die dichtbij de Franco-Belgische traditie blijft. Hanslip laat zich verleiden tot een geluid dat dichter naar de Hongaarse klank toekruipt, de csárdas klinkt zo wel heel authentiek. De opnametechniek sluit zich daarbij aan: voor Shaham slank en geserreerd, voor Hanslip vol, romantisch en breed, en dank zij de opnamelocatie ook met wat meer galm. Aparte vermelding verdienen het aandeel van dirigent Mogrelia en het orkest van Bournemouth: het is duidelijk dat ze zich door Hanslip hebben laten inspireren om tot het uiterste te gaan. Het is een schitterende cd geworden, met als hoogtepunt het langzame deel van het tweede concert, waar Chloë Hanslip haar viool laat zingen op een manier die we bijna vergeten waren. Menuhin kon dat ook toen hij jong was, en hij had gelijk toen hij in de vijfjarige Hanslip een groot violiste herkende. Ze zal zich wellicht nog enige wisselingen van label moeten laten welgevallen, zo gaat dat nu eenmaal. Maar in de tussentijd heeft ze jong als ze is, al een schat aan ervaring in repertoire met een enorme breedte, van Bazzini tot Corigliano. Een slimme meid, en het zou me niet verbazen dat de volgende halte een van de ‘majors’ is. Ze is er klaar voor. Op grond van deze uitgave hoeven we daar niet aan te twijfelen. index |