CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, december 2014

 

Horizon 5 - Koninklijk Concertgebouworkest Live

MacMillan: Hodie puer nascitur

Glanert: Insomnium

(de) Vries: Providence

Rijnvos: Antarctique

Saariaho: Circle Map

Arshia Cont (spreekstem, Saariaho), Huelgas Ensemble (MacMillan), Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Martyn Brabbins (MacMillan), Markus Stenz (Glanert), David Robertson (de Vries), Susanna Mälkki (Rijnvos, Saariaho)

   

Horizon is de titel van de prachtige serie live-opnamen van hedendaagse muziek die het Concertgebouworkest met gevaar voor eigen leven uitbrengt naast cd's, dvd's en de internet-editie van de klassieke meesterwerken. De eerste vier afleveringen verschenen jaarlijks van 2008 tot 2011, daarna bleef het even stil. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de jubileumfestiviteiten en de daaraan verbonden monstertournees. Nu het orkest dat alles heeft doorstaan is het tijd om de draad op te pakken. Vijf opnamen die tot klinken kwamen in het seizoen 2011/12 worden hier gepresenteerd. Niet in 88, zoals het boekje ons wil laten geloven, maar in 83 minuten - hoe dan ook een uiterst gul menu.

James MacMillan is volgens hetzelfde boekje de orkestrator van een anonieme vijftiende-eeuwse Franse hymne, Hodie puer nascitur. Lezers zullen zich verbaasd afvragen wat er aan een eenstemmige melodie te orkestreren valt. De website van MacMillans uitgever geeft uitkomst: Motet for chorus & ensemble based on an anonymous 14th-century French-Cypriot antiphon . MacMillan heeft gewoon een wondermooi stuk gecomponeerd dat hij baseert op de melodie van dit antifoon. Tenoren en bassen zingen het in lange noten in zijn geheel, ondersteund door koperblazers. De hoge koorstemmen zetten naar believen na elkaar in, als een soort vrije cirkelcanon, en hoge strijkers en tinkelend slag- en snarenspel schilderen daardoorheen ragfijne arabesken. De drie lagen verlopen onafhankelijk van elkaar; aan het slot blijven alleen de cirkelende hoge stemmen over, die een voor een stilvallen.

Insomnium van Detlev Glanert sluit er wondermooi op aan, met langgetrokken akkoorden in de lage instrumenten, die beweeglijk omspeelt worden door hoger gelegen klankvelden. Het stuk trekt als een aangename droom aan de luisteraar voorbij en eindigt al net zo vervliegend als MacMillens motet. Heel begrijpelijk dat van alle eigentijdse notenschrijvers Glanert de knuffelcomponist van het KCO lijkt te zijn: dit is zijn derde optreden in Horizon. In de ZaterdagMatinee kreeg zijn opera Caligula door RFO en GOK vorig seizoen een modeluitvoering, ook gedirigeerd door Markus Stenz.

Providence van Klaas de Vries begint ook dromerig, maar dan wel op zijn Hollands - de instrumentatie is compacter - voor arabesken en omspelingen heeft De Vries geen geduld. Elke noot heeft zijn eigen functie. Persoonlijke herinneringen aan de film Providence worden in de tweede helft gekoppeld aan bewondering voor de soul van James Brown, The Godfather of Soul . Je hoort dat het bloedmoeilijk is en dat er uiterst virtuoos gespeeld wordt, maar swingen wil het niet echt - het blijft Jacob de Bruin.

Richard Rijnvos pakt de zaken graag groot aan en werkt net als de barokke meesters in bundels. Wat bij Vivaldi La Stravaganza heet wordt bij Rijnvos Uptown | Downtown - bundels waarvan de onderdelen hun eigen zelfstandigheid hebben, maar toch een onderlinge samenhang vertonen. Zijn nieuwste project is Grand Atlas - répresentation du monde universel en sept tableaux musicaux. Hier is de Zuidpool aan de beurt, geschilderd in reuzenstappen in het lage orkest, ingekleurd door repeterende akkoorden in de hogere regionen. Het lijkt enigszins op de uitgecomponeerde diminuendo's waar Valentin Silvestrov door geobsedeerd is. In dertien minuten horen we die monolitische akkoordenreeks twaalf keer langskomen. Ik snap wel dat er op de Zuidpool niet veel te beleven valt, maar geef mij maar Uptown | Downtown waarvan een uitstekende opname verscheen op Challenge, hier uitgebreid besproken door collega Aart van der Wal.

Met Kaija Saariaho hebben we de Finse tegenhanger van Detlev Glanert te pakken - een componist die decennia geleden neerstreek in Parijs en de meegebrachte ijsbloemen van Sibelius weet in te kleuren met het palet van Maurice Ravel, gezien door de spectrale bril van Grisey. De Oud-Perzische teksten die haar inspireerden worden niet gereciteerd, maar zijn op geluidsband een ondeelbaar onderdeel van de totaalklank. De onverstaanbaarheid van deze antieke taal wordt zo een geheimzinnige component in een partituur die prachtig aansluit bij de dromen van Glanert en de middeleeuwen van MacMillan.

Live-opnamen van het KCO worden geproduceerd door de mannen van Pentatone, die de opnamen in super-audio weten te realiseren op een piepklein zoldertje ergens hoog in het Concertgebouw. Aart van der Wal heeft het hier uitgebreid beschreven. Een weldadige luxe die zijn weerslag vindt in schitterende documenten. Dit is er zo een.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links