![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, september 2013
|
In de traditie van het Duitse componeren zoals we dat nu ervaren wordt de lijn Beethoven – Brahms – Reger voortgezet door Paul Hindemith (1895-1963). Hindemith pakte als adolescent de woekerende chromatiek van Reger op, waarin hij zoals te verwachten vastliep. In de twintiger jaren schaarde hij zich onder de vele modernisten die op dat moment in heel Europa van zich deden spreken. Tien jaar later deed hij zelf van zich spreken met de opera ‘Mathis der Maler’, die in het Duitsland van Hitler de nodige spanningen veroorzaakte. Niet in de laatste plaats doordat grote dirigenten als Ottto Klemperer en Wilhelm Furtwängler rotsvast vertrouwden op de kwaliteit van Hindemiths muziek, waaraan ‘Der Führer’ een rothekel had. Vooral Furtwängler stak zijn nek uit, en ‘der Fall Hindemith’ werd in de Duitse pers breed uitgemeten. Furtwängler was niet van het muzikale pluche af te branden en paste zich aan – Hindemith pakte zijn biezen en vertrok naar de Yale University in de Verenigde Staten. Na de Tweede wereldoorlog keerde hij terug naar Europa, om vast te stellen dat zijn ster niet meer straalde zoals hij gehoopt had. Hij componeerde met onverminderde vlijt, ontving het obligate eerbetoon, maar stierf verbitterd. Hindemith heeft zijn oeuvre tot opus 50 genummerd – daarna was het afgelopen. Zijn symfonieën gaf hij namen, maar geen nummers, dus daar zitten we mooi mee. Geen Vijfde symfonie van Hindemith. Toch heeft zijn ‘Symphonie Mathis der Maler’ bijna een halve eeuw lang volop meegedraaid op het programma van ieder zichzelf respecterend orkest. Ze is samengesteld uit orkestrale segmenten van de opera, en net als de Lulu-Suite van Alban Berg vond de première plaats voordat de opera werd uitgevoerd. Waar Lulu de deur wijd open zette naar een uiterst fantasierijke toepassing van de twaalftoonsleer van Arnold Schönberg was Mathis een terug naar af. Hindemith wilde de natuurlijke relaties tussen toon en boventoon in het componeren herstellen, en in Mathis levert hij het klinkende bewijs. Hij is er niet meer van afgeweken. De dromende astronoom Johannes Kepler inspireerde hem tot een universele muziektaal die zijn oorsprong vindt in het universum. Met het klinkende resultaat, de opera ‘Die Harmonie der Welt’ wilde hij eens en voor altijd zijn muzikale testament aan de wereld voorleggen, maar hij was te laat. In het Europa van na de Tweede wereldoorlog werd niet meer naar hem geluisterd. Hoeveel symfonieën heeft Hindemith geschreven? Dat hangt af van degene die telt. Hoe definieer je een symfonie, en hoe benoemt een componist zijn noten? De Pittsburgh Symphony is feitelijk een driedelig concert voor orkest, en de Konzertmusik voor strijkers en koperblazers opus 50, is eigenlijk een verkapte symfonie. Hindemith hanteerde de benaming consequent, met zes titels als resultaat: 1. Symphonie ‘Mathis der Maler’ (1933/4) De enige symfonie die in deze verzamelbox ontbreekt is de Symphony for Concert Band (Harmonie-orkest). Voor het overige biedt ze een uitgelezen gelegenheid om de overige vijf te leren kennen. Dat is erg handig, want afgezien van de Mathis-Symfonie zijn de symfonieën van Hindemith niet tot het standaardrepertoire doorgedrongen. De allermooiste registratie van Mathis werd gemaakt door William (Wilhelm in het Keulen van voor de Tweede wereldoorlog) Steinberg en het Boston Symphony Orchestra, uitgebracht op het label Deutsche Grammophon. Het label CPO heeft samen met dirigent Werner Andreas Albert en een aantal Australische orkesten uitgebreid aandacht besteed aan de concerten en orkestwerken van Hindemith, en daar bevindt zich dan ook de meest voor de hand liggende concurrentie. Over het verschil in kwaliteit hoeft niemand zich druk te maken. De digitale opnamekwaliteit van CPO zou wel een doorslaggevende factor kunnen zijn. Net als Kodály, Bartók, en na hem Britten, was Hindemith een vurig pleitbezorger voor de kwaliteit van het muziekonderwijs. Als geboren pedagoog reisde hij in de jaren 1930 af naar Turkije, om daar de muzikale infrastructuur onder handen te nemen. Eerder had hij zich ook in Duitsland al intensief met het muziekonderwijs beziggehouden. Van die activiteiten weten we vrijwel niets, en dus is het dubbel mooi dat in deze box geheel onverwacht een opname is terechtgekomen van een educatieve kinderopera, ‘Wir bauen eine Stadt’. Wat is het toch wonderlijk ironisch om te constateren dat alle goede socialistische bedoelingen die er in die tijd leefden zo dicht tegen elkaar aanschurkten - van Hitlerjugend tot boy scouts en de V(erenigde)A(rbeiders)R(adio)A(mateurs). De Matinee op de Vrije Zaterdag is heus niet uit de lucht komen vallen. Dubbel ironisch dat het erfgoed van Hindemith nu tot ons komt door het filter van de DDR, de communistische voortzetting van de oude socialistische idealen. Daar zongen kleuters en kinderen uit Leipzig in 1978 deze veertig jaar oude muziek, en ze hadden er geen moeite mee. Het staartje van de vijfde cd is een aardig voorbeeld van de Oostduitse versie van ‘Kinderen voor kinderen’. Samenvattend: vijf van de zes symfonieën van Hindemith in prima vertolkingen door een dirigent die zich in dit repertoire een solide reputatie heeft verworven: Herbert Kegel. Lekker compact en lekker goedkoop – maar vooral een waarschuwing: nog even en we zijn vergeten dat ‘Mathis der Maler’, inmiddels tachtig jaar oud, de laatste klassieke symfonie is die de Duitse muziekgeschiedenis heeft voortgebracht. Toch maar eens gaan luisteren? index |
|