CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, september 2016

 

Guilmant - Complete Orgelsonates

Sonate nr. 1 in d, op. 42 - nr. 2 in D, op. 50 - nr. 3 in c, op. 56 - nr. 4 in d, op. 61 - nr. 5 in c, op. 80 - nr. 6 in b, op. 86 - nr. 7 in F, op. 89 - nr. 8 in A, op. 91

Adriano Falcioni (orgel) (dispositiegegevens)

Brilliant Classics 94227 (3 cd's)

Opname: oktober 2013 en oktober 2014, Chiesa del Sacro Cuore, Cuneo (I)

   

Adriano Falcioni at the organ of the Sacro Cuore Church, Cuneo, Italy by Carlo Vegezzi-Bossi, 1897 - zo staat het op het doosje en ook in het boekje, boven de beschrijving van het instrument. Op de bijgeplaatste foto zien we een instrument dat nooit of te nimmer gebouwd kan zijn in 1897. Enig speurwerk levert op dat het instrument uit 1897 in 2011 een aanzienlijke facelift heeft ondergaan. Dat niet alleen, het is ook fors uitgebreid door Brondino Vegezzi-Bossi, die het instrument uitbreidde van 35 naar 52 registers over vier klavieren. In het boekje is wel de dispositie opgenomen, maar daaraan ontbreken op cruciale plekken de technische details. Niet iedereen weet wat een TenthSeventh is. Gelukkig biedt ook hier het internet uitkomst, de link vindt u onderaan deze bespreking.

Gewapend met deze informatie luisteren we naar een integrale opname van de complete orgelsonates van Alexandre Guilmant (1837-1911) op een Italiaans orgel dat in zijn factuur genoeg raakpunten heeft met de Franse karakteristieken zoals die door Aristide Cavaillé-Coll zijn uitgewerkt. Daar mag dan in de allereerste plaats de observatie aan voorafgaan dat de catalogus op dit punt bepaald niet overloopt. Ben van Oosten heeft in Rouen voor het label MDG al in 1995 een registratie ingespeeld die sindsdien als definitief beschouwd mag worden. Peter Eilander speelde ze tussen 2004 en 2010 op diverse Cavaillé-Coll instrumenten, maar moet in technisch opzicht in Van Oosten zijn meerdere erkennen. De inmiddels historische opname van Feike Asma is heruitgebracht op cd en munt vooral uit in ongebreideld enthousiasme voor de muziek - de foute noten moeten we voor lief nemen. Op het label Motette verscheen een integrale die bestaat uit een grabbelton van instrumenten en organisten.

César Franck was in 1863 met zijn Grande Pièce Symphonique verantwoordelijk voor een nieuw genre: de orgelsymfonie. De vijftien jaar jongeere Alexandre Guilmant nam het genre over, maar niet de naam. Hij schreef orgelsonates die deels gebaseerd waren op de verworvenheden van Mendelssohn. Charles-Marie Widor (1844-1937) nam met tien symfonieën het stokje over, noemde ze nu wel symfonie, maar bleef in zijn vocabulaire al even voorzichtig als Guilmant. Het was Louis Vierne (1870-1937) die uiteindelijk het initiatief van Franck oppakte en combineerde met de nieuwe harmonische ontdekkingen van Debussy. Daarmee kwam het fenomeen orgelsymfonie tot volle wasdom. Er zijn er daarna uiteraard nog vele geschreven, ook in Nederland, waar Arie J. Keijzer het genre met zes titels verrijkte.

Dit is niet de eerste titel van Adriano Falcioni voor het label Brilliant. Eerder besprak ik hier complete werken van Franck en de Toccata's van Muffat. In Franck was de indruk bepaald niet ongunstig, en dat beeld wordt hier herhaald. Zijn robuuste aanpak betaalt zich in Guilmant misschien nog wel beter terug dan in Franck. Technisch heeft hij in ieder geval alles in huis voor de virtuoze finale van de eerste sonate, het grote glansstuk dat in voor-en tegenspoed altijd repertoire heeft gehouden. Onze voorouders trokken een dikke honderd jaar geleden nog met duizenden naar het Amsterdamse Paleis voor Volksvlijt om Guilmant te horen spelen. Na jaren van zuinige omgang met dit repertoire, zeker in Nederland, is het prettig dat de belangstelling voor de orgelsymfonie weer toeneemt. Daaraan levert deze uitgave, ook gezien de schappelijke prijs, een substantiële bijdrage.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links