![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, september 2012
|
Grieg: Strijkkwartet nr. 1 in g, op. 27 (bewerking voor strijkorkest) – Twee elegische melodieën op. 34 – Erotikk op. 43 nr. 5 – Holberg Suite op. 40 Australian Chamber Orchestra, concertmeester Richard Tognetti BIS-SACD-1877 • 64' • (sacd) Opname: oktober 2010, Eugene Goossens Hall, ABC Centre, Sydney
Edvard Grieg (1843-1907) speelde piano en echtgenote Nina was zangeres. Geen wonder dat hij stapels pianostukken en honderden liederen componeerde. Toch had hij een verklaarde liefde voor de vioolklank: zijn meest succesvolle pianowerken en liederen bewerkte hij graag voor strijkorkest – niet in de laatste plaats om de broodnodige revenuen. Op deze cd presenteren het Australian Chamber Orchestra en concertmeester Richard Tognetti een mooie selectie. Tognetti heeft daar bovendien ruim honderd jaar later nog een bewerking aan toegevoegd: Erotikk uit de liederencyclus op. 43, waarin hijzelf de vioolsolo vertolkt. De Holberg-Suite opus 40 uit 1884, een origineel werk voor strijkers, behoort tot de meest geliefde uitingen in dat genre. Het is een barokke danssuite in de stijl van Bach en Handel, gezien door een romantische bril. Grieg had natuurlijk een lekker vol bezet strijkorkest met een kamerbrede, verzadigde klank op het oog. Neeme Järvi en het orkest van Gothenburg laten horen hoe dat klinkt in hun opname van de integrale orkestwerken, oorspronkelijk verschenen op DG. Maar het kan ook heel goed gespeeld worden in een kleinere bezetting. Het Australisch Kamerorkest biedt ons wat dat betreft het absolute minimum – kleiner dan met één contrabas kun je zo’n orkest niet maken. Er wordt lekker snel en virtuoos gemusiceerd en het resultaat lijkt warempel bijna meer op Bach dan op Grieg. Bijna, want ondanks het toepassen van speeltechnische verworvenheden uit de oude muziekpraktijk, die hier goed van pas komen, is het toch een volbloed romantische interpretatie geworden waarin vibrato met fantasie wordt toegepast en niet als de alom aanwezige tremulant. Verfrissend. Griegs enige voltooide strijkkwartet is een ambitieus werk, waarin hij zijn symfonische aspiraties met succes heeft vormgegeven. In de schrijfwijze maakt hij veelvuldig gebruik van dubbelgrepen, waardoor het – vooral in de hoekdelen – uit zijn kamermuzikale voegen lijkt te barsten. Tognetti heeft het perfect weten om te zetten naar zijn zeventien muzikanten. Zo ontvouwt de schoonheid van deze muziek zich volstrekt natuurlijk, en de prachtige opname doet de rest. Graag wijs ik u op het bestaan van nòg een strijkkwartet van Grieg. Het moest het zonnige zusje van het ernstige eerste kwartet worden, maar na vijftien jaar proberen gaf hij het op. Zijn grote vriend Julius Röntgen voltoooide de laatste twee van vier delen op basis van nagelaten schetsen. Röntgens arbeid werd pas lang na zijn dood ontdekt en in 1991 ten doop gehouden door het Rafael Quartet; in 1993 verscheen een opname van de beide kwartetten op het label Olympia. Olympia bestaat niet meer, maar de cd heeft zo’n tien jaar later zijn weg gevonden naar het label Brilliant, waar ze onderdeel is geworden van een doosje met drie cd’s – de beide strijkkwartetten, de drie vioolsonates, de cellosonate en nog wat klein spul (Brilliant 92176). Met een uitstekende begeleidende tekst en een schitterende uitvoering is dit een uitgave die u beslist niet mag missen. index |