![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, november 2011
|
Sofia Goebaidoelina is een Tartaarse componiste. Dat zullen weinigen haar kunnen nazeggen. Ze is eigenzinnig, ze is gelovig en haar instrumentarium kiest ze zelf. Haar helden zijn J.S.Bach, Anton Webern en Dmitri Sjostakovitsj. Op deze cd, die verschijnt op het moment dat Goebaidoelina (1931) haar tachtigste verjaardag viert, worden vier werken samengebracht die de componiste schreef voor de traditionele Russische knoppenaccordeon, de bayan. De hoesgegevens vermelden consequent een classical accordeon, een benaming die veel muziekliefhebbers zullen associëren met Harry Mooten, die de preludes en fuga’s uit ‘Das wohltemperierte Klavier’ van J.S.Bach zo prachtig wist weer te geven op dat instrument. Van een accordeon met een toetsenklavier is hier echter geen sprake. Traditional Russian Accordeon of doodgewoon bayan was helderder geweest. De knoppenaccordeon is geen uitsluitend Russische aangelegenheid. Ook in Baskenland komt hij voor, en daar heeft de jonge Inaki Alberdi zich dusdanig op het instrument bekwaamd dat Sofia Goebaidoelina een stuk voor hem geschreven heeft, dat deze cd zijn naam verschaft: Kadenza, voor bayan solo. Goebaidoelina heeft een lange relatie met de bayan. Die begon met een stuk dat ze in 1982 schreef en past in een lange traditie die teruggaat naar Heinrich Schütz: De Zeven Kruiswoorden. Goebaidoelina koos niet voor de traditionele vocale zetting, maar voor cello, bayan en strijkorkest. De pioniers van dit werk waren cellist Vladimir Toncha en bayanist Friedrich Lips. Voor Lips schreef ze in 1985 een forse sonate voor bayan solo, onder de titel Et exspecto (of Et expecto), het tekstgedeelte uit de geloofsbelijdenis (het Credo van de Mis) waarin sprake is van de wederopstanding uit de dood: Et expecto resurrectionem mortuorum. Elsbeth Moser is een Zwitserse bayaniste die via Gidon Kremer in de belangstellingssfeer van Goebaidoelina belandde, en daardoor ontstonden nieuwe impulsen. Haar spel inspireerde de componiste tot een nieuwe partituur: Silenzio, geschreven in 1991 voor de combinatie viool, cello en bayan. Dat bracht Moser op een idee. In 1979 had Goebaidoelina een werk geschreven voor cello en orgel, met de titel In Croce. Stukken voor cello en orgel hebben geen toekomst in de concertzaal, en dus gaf Goebaidoelina in 1992 het groene licht aan Mosers versie voor cello en bayan. Goebaidoelina’s fascinatie met de bayan heeft veel bespelers in de loop van drie decennia geïnspireerd. Dat vindt zijn weerslag in de cd-catalogus, waar De Zeven Kruiswoorden koploper is, gevolgd door In Croce. Naxos presenteerde in 1995 een cd met voornoemde Elsbeth Moser, waarop de Zeven Kruiswoorden, In Croce, en Silenzio. Voor het label BIS namen Mie Miki en Thorleif Thedéen de Kruiswoorden op, gecombineerd met het Fluitconcert The deceitful face of hope and of despair, een super audio cd (BIS-SACD-1449). Gezien het feit dat alle betrokkenen volkomen toegewijd zijn aan de zaak Goebaidoelina, wordt de keuze bepaald door het beschikbare repertoire. In Et’cetera’s geval een eenvoudige optelsom: Kadenza is nieuw, en Et Expecto wordt hier volgens de begeleidende tekst gespeeld in een gereviseerde versie. Nieuwkomers zowel als fans kunnen zich uitleven. index |
|