CD-recensie
© Siebe Riedstra, oktober 2022 |
Giorgio Federico Ghedini (1892-1963) werd geboren in Turijn, bleef daar lang hangen, maakte vooral carrière als pedagoog, en schopte het uiteindelijk tot directeur van het Milanese conservatorium. Onder zijn leerlingen mag hij Luciano Berio en Claudio Abbado rekenen. Voor enige erkenning als componist heeft hij moeten zwoegen tot na zijn vijftigste - het Concert voor orkest uit 1940 markeerde zijn eerste internationale (en nationale) succes. Vijf jaar later ontstond het werk waarmee hij definitief zijn reputatie vestigde, het Concerto dell'albatro - het Albatros Concert. Een tripelconcert dat zijn titel ontleent aan de roman Moby Dick van Herman Melville. We moeten echter niet vergeten dat in Italië het echte grote succes niet behaald kon worden op het concertpodium, maar op het operatoneel. Ghedini deed zijn uiterste best en kwam na diverse pogingen met de opera Le Baccanti dicht in de buurt: de première vond plaats aan de Scala te Milaan in 1948, maar een verdere doorbraak zat er niet in. Hoe klinkt de muziek van Ghedini? Als één grote liefdesverklaring aan het grote muzikale Italiaanse verleden uit renaissance en barok. Dat blijkt zonneklaar uit de Quattro Pezzi di Girolamo Frescobaldi uit 1931, een kamerbrede orkestratie van een viertal orgelwerken van Frescobaldi. Het klankbeeld ligt voor de hand, maar is wel het fundament onder de volgende werken. Daaronder zijn veel concertante partituren voor een solostrijker met begeleiding van een strijkorkest, waarvan er twee op deze cd worden voorgesteld. Met veel aandacht voor contrapunt, dramatische tegenstellingen, ritmische activiteit en toegepaste virtuositeit. Onwillekeurig dringen zich vergelijkingen op met Arcangelo Corelli (Concerti grossi), Michael Tippett (Fantasia Concertante on a theme of Corelli) en Stravinsky (Apollon musagète). Maar dat is slechts de buitenkant, want Ghedini is zijn eigen man, en lijkt in niets op zijn tijdgenoten, in Italië of daarbuiten. Brilliant presenteert op deze cd twee werken die in bovenbeschreven categorie thuishoren, de Musica da Concerto voor altviool, en de Musica Concertante voor cello, beide met begeleiding van een bescheiden strijkorkest. Solisten zijn Simonide Braconi, solo-altist van het orkest van La Scala, en Enrico Bronzi (1973), cellist van het Trio di Parma. Ze worden begeleid door het Nuova Orchestra da Camera Ferruccio Busoni, een strijkorkest dat opgericht werd in 1965 en zijn thuis heeft in Trieste. Het wordt hier geleid door chef-dirigent Massimo Belli, tevens hoofdleraar viool aan het conservatorium van Trieste. Het aanvullende repertoire lag voor de hand: de Fünf Stücke uit de didactische cyclus opus 44 van Paul Hindemith. Een uitdaging voor een strijkorkest van beginnelingen, en een verkapte hommage aan de Duitse barokke muzikale traditie. Laat u niet misleiden door de bescheiden aandoende herkomst van het orkest: samen met de beide solisten wordt hier onder dirigent Massimo Belli zonder overdrijving een topprestatie geleverd. De wil om Ghedini in het best mogelijke daglicht te presenteren straalt er vanaf. De beide stukken van Ghedini zijn nu niet bepaald standaard repertoire en zullen dat ook wel nooit worden, hoewel ze het dubbel en dwars verdienen om veel vaker gespeeld te worden. Bovendien: van de Musica da Concerto voor altviool beschikt de catalogus op dit moment alleen over een alternatief op een verzamelalbum, en biedt Brilliant hier de enige opname van de Musica Concertante voor cello. Ideaal repertoire voor onze nationale strijkende trots: Amsterdam Sinfonietta. index |
|