CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, augustus 2019

(Grigory) Frid: Symfonie nr. 3 op. 50 (voor strijkorkest en pauken) - Dubbelconcert op. 73 (voor altviool, piano en strijkorkest) - Inventions op. 46a (voor strijkorkest)

Isabelle van Keulen (altviool), Oliver Triendl (piano), Georgisches Kammerorchester Ingolstadt o.l.v. Ruben Gazarian
Capriccio C5353 • 69' •
Live-opname: 8 mei 2018, Festsaal, Stadttheater Ingolstadt (D)

 

De Russische componist Grigory Frid (niet te verwarren met de Hongaarse Nederlander Géza Frid) is niet geheel onbekend in Nederland. Op 4 mei 2018 voerde het Nederlands Kamerorkest zijn kameropera Het Dagboek van Anne Frank uit in het Muziekgebouw aan het IJ, een monodrama voor sopraan en ensemble, geschreven in 1968/9, en zijn bekendste werk. Toeval of niet, vier dagen daarna gaf het Georgisch Kamerorkest een concert met werken van Frid in de thuisbasis Ingolstadt, waarvan het resultaat op deze cd te horen is.

Grigory (op deze uitgave heet hij Grigori, maar de New Grove houdt Grigory aan) Frid werd geboren in 1915 en is dus negen jaar jonger dan Sjostakovitsj. Hij overleed in 2012 en heeft Sjostakovitsj dan ook met een ruime marge overleefd. Frid werd geboren in (toen nog) Petrograd en studeerde in Moskou bij Vissarion Sjebalin. Frid heeft zich in Moskou sterk gemaakt als organisator van concerten voor jonge componisten en als docent. Hij was ook actief als beeldend kunstenaar en schrijver van memoires. In zijn muziek zien we een verwantschap met Sjostakovitsj, een eigenschap die ze deelt met Mieczieslaw Weinberg. Net als de pas onlangs weer in de belangstelling teruggekeerde Weinberg verdient zijn muziek een breder publiek.

Frid hield zich in het begin van zijn carrière keurig aan de geldende regels van de naoorlogse Sovjet-Unie. In de Derde Symfonie voor strijkorkest en pauken uit 1964 is al te merken dat de invloed van Bartók (Muziek voor snaren, slagwerk) is doorgesijpeld. Maar in het Concert voor altviool, piano en strijkorkest uit 1981 worden we geconfronteerd met een harde stijlbreuk. Het is alsof we naar een andere componist luisteren, die de invloeden van de twaalftoonstechniek ondergaan heeft. Frid heeft de verworvenheden van Schönberg echter niet dogmatisch gevolgd, maar ze in zijn eigen coloriet verweven, op een manier die we soms zwevende tonaliteit noemen.

Het resultaat is in laatstgenoemd werk zonder meer indrukwekkend, hoewel dat ook in hoge mate te danken is aan het aangrijpend doorleefde spel van Isabelle van Keulen. Een opgewekt stuk is het bepaald niet, maar het licht aan het eind van de tunnel blijft troostend aanwezig, net als in de late werken van Sjostakovitsj. Voor pianist Oliver Triendl geldt trouwens hetzelfde, en samen met het Georgisch Kamerorkest en leider Ruben Gazarian wordt hier een onvergetelijke uitvoering van een hartroerend werk neergezet. Dat de Symfonie gewoon te moeilijk is om in een eenmalige live-uitvoering tot zijn recht te komen is niet anders. Het langzame deel maakt desondanks grote indruk. Beide werken bestaan uit twee langzame hoekdelen en een beweeglijk middendeel. De opnametechniek is onberispelijk en het publiek houdt zich muisstil; gelukkig is het applaus na de wegstervende slotmaten niet meegesneden.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links