![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, april 2014
|
It never rains, but it pours. Zo heb je alles, zo heb je niks. Vioolspelend Nederland kan erover meepraten. Decennia lang bepaalden Herman Krebbers en Theo Olof het gezicht van de strijkende natie. Mannen speelden viool en vrouwen 'deden de strijk'. Dat meisjes ook heel mooi viool kunnen spelen bewezen Emmy Verhey (1949) en haar opvolgster Isabelle van Keulen (1966). Kennelijk zorgden de dames voor een sneeuwbaleffect want vandaag hebben we Janine Jansen (1978), Liza Ferschtman (1979), Simone Lamsma (1985) en Lisa Jacobs (1985), met excuses aan grote talenten als Birthe Blom en Nadia Wijzenbeek. Deze cd gaat over Lisa Jacobs, die op haar zeventiende debuteerde bij het KCO, gedirigeerd door chef Riccardo Chailly. De meest spectaculaire start die je kunt verzinnen. De carrières van de overige dames laten niets te wensen over. In de cd-catalogus loopt Janine Jansen al een tijd voorop, met Liza Ferschtman als goede tweede. Het echte grote talent, de Nederlandse violiste van de eenentwintigste eeuw is wat mij betreft Simone Lamsma, een fenomeen dat vergeleken mag worden met de Amerikaanse Hillary Hahn. Lamsma geeft concerten met toporkesten van Chicago tot Tokyo, dus dat ze in discografisch opzicht nog steeds de Hollandse Assepoester is onder deze groep van nieuwe Nederlandse viooltalenten blijft raadselachtig. Waarom Lisa Jacobs sinds haar KCO-debuut een decennium heeft moeten wachten op dit cd-debuut is eveneens verbazingwekkend, en de verbazing wordt alleen maar groter wanneer je de cd beluistert. De repertoirekeuze is gewaagd, maar slim. De Vioolsonate van César Franck is een reusachtige uitdaging in het licht van de beschikbare discografische competitie. De sonate was Francks huwelijksgeschenk voor zijn vriend Eugène Ysaÿe; op de ochtend van de trouwerij stapte Franck op de trein naar Luik (zijn geboortestad), en de eerste uitvoering van de sonate vond tijdens de festiviteiten plaats. Ysaÿe componeerde voor zijn instrument, en het is spijtig dat we het op het podium en in de studio bijna uitsluitend moeten stellen met de zes sonates voor soloviool. Want er is meer, veel meer. Ysaÿe schiep een schitterend Poème élégiaque voor viool en orkest, dat Chausson inspireerde tot zijn beroemde Poème. Lisa Jacobs is dank zij haar leraar Ilya Grubert verslingerd geraakt aan dit stuk en laat hier de pianoversie horen. Het toeval wil dat Liza Ferschtman op haar debuut-cd in 2004 eveneens haar tanden zette in de Vioolsonate van César Franck, gecombineerd met Debussy en Poulenc op een dubbel-cd waarvan de tweede schijf Russisch repertoire bevat (Brilliant 92383). In kringen van geleerde luisteraars geldt de opname die Kyung Wha Chung en Radu Lupu in 1977 maakten van de sonate van Franck als de absolute top. Ik heb uiteraard de opnamen van Jacobs, Ferschtman en Chung met elkaar vergeleken, en mag allereerst vaststellen dat ze elkaar maar weinig ontlopen. In de hondsmoeilijke finale stijgt de viool tot stratosferische hoogten, waar de intonatie een echte uitdaging is. Jacobs pakt die uitdaging aan en slaagt voor honderd procent, haar Finale is de winnaar. Het verbaast me enigszins dat de intonatie in de beide stukken van Ysaÿe niet altijd spot-on is. Bij het doorlezen van het colofon viel me op dat er nergens een opnameleider vermeld wordt. Toegegeven, zo iemand kan knapjes storend werken, maar hier zou een kleine correctie zo nu en dan op zijn plaats zijn geweest. Lisa Jacobs heeft een prachtige debuut-cd gemaakt, echt een plaat om trots op te zijn. Natuurlijk hopen we met zijn allen dat ze het prachtige Poème élégiaque van Ysaÿe ooit met orkest zal mogen opnemen. index |
|