CD-recensie
© Siebe Riedstra, oktober 2023 |
De Bezetting Speelt. Het lijkt op het eerste gezicht een wat wonderlijke naam voor een ensemble, maar het is een doordenkertje. Met tien musici, verdeeld in vijf strijkers (strijkkwartet plus contrabas) en het traditionele blaaskwintet (fluit, hobo, klarinet, fagot, hoorn) kun je elke bezetting aan die een keuze uit de beschikbare instrumenten vereist, van duo tot tentet. En hoewel dat een enorme berg repertoire oplevert, blijft er toch altijd de behoefte om stukken te spelen die niet voor De Bezetting geschreven zijn. Dat laat ruimte voor bewerkingen die in eigen beheer tot stand komen, meestal van de hand van hoboïst Alexander van Eerdewijk. Zijn recente benoeming tot althoboïst van het Residentie Orkest is een felicitatie waard, maar houdt hopelijk niet in dat hij zijn activiteiten met De Bezetting Speelt moet opgeven. Het ensemble bestaat inmiddels alweer achttien jaar, en elke nieuwe cd brengt een aardige verrassing. Op de eerste was dat het Nonet van Bohuslav Martinu, op de volgende maakten we kennis met het Septet van Glinka, en nu nemen ze ons mee naar Parijs om te luisteren naar het Nonet van Louise Farrenc. Farrenc is een van de weinige componerende vrouwen die zich tijdens hun leven mochten verheugen in een succesvolle carrière. Ze werd geboren in 1804 als Louise Dumont, trouwde met muziekuitgever Aristide Farrenc en maakte naam als pianovirtuoos. Als compositieleerling van Anton Reicha staat ze geheel in de instrumentale traditie van Haydn en Beethoven, terwijl het Parijs van haar tijd onverkort in het teken stond van de opera. Niettemin boekte ze met haar Nonet uit 1850 een eclatant succes, mede door de deelname van sterviolist Joseph Joachim. De laatste decennia van haar leven was ze werkzaam als de enige vrouwelijke docent aan het Parijse Conservatoire. Ze overleed in 1875. Alexander van Eerdewijk maakte een transcriptie van Children's Corner van Claude Debussy. Een pianowerk dat de componist opdroeg aan zijn driejarige dochtertje Chouchou, geboren als Claude-Emma (naar de beide ouders) in 1905. Dat kinderhoekje bestaat uit zes deeltjes en is beslist niet bedoeld om door kinderen gespeeld te worden. Het is een van de vele pianowerken van Debussy die schreeuwen om een orkestbewerking, en die verschafte Debussy's vriend en amanuensis André Caplet in 1911. Van Eerdewijk heeft kans gezien om de kleurrijke metamorfose van Caplet terug te vertalen naar de tien musici van De Bezetting. Een waardevolle aanwinst, zeker voor het wat jongere publiek. Van Debussy's grote rivaal, Maurice Ravel, werd gekozen voor een origineel werk, Introduction et Allegro voor harp, fluit, klarinet en strijkkwartet. Geschreven in opdracht van de firma Erard, om de mogelijkheden van de conventionele pedaalharp te demonstreren. Dit in reactie op de beide Dansen voor harp en strijkers die Debussy schreef voor de firma Pleyel, als uitvinders van de chromatische harp. Daarvoor werd harpiste Doriene Marseije als gast aan De Bezetting toegevoegd. Haar bijdrage smaakt naar meer, en het zou aardig geweest zijn om de Dansen van Debussy in gereduceerde bezetting te laten horen. Die tien minuten hadden er nog wel bij gekund. De techniek van de voortreffelijke opname was in handen van Frerik de Jong (Kleinman Audio), de uitstekende toelichting (ook in het Nederlands) werd geschreven door Léon van den Berg, altviolist van het gezelschap. Dit repertoire is tijdens de vele concerten van De Bezetting perfect voorbereid op een juweel van een cd. Een fraaie aanwinst. index |
|