CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, februari 2014

 

Paul Dessau Edition

CD 1/2 - Orkestwerken

CD 3 - Pianomuziek

CD 4/5 - Liederen en toneelmuziek

CD 6/7 - Puntila (opera)

CD 8 - Leonce und Lena (opera)

CD 9/10 - Die Verurteilung des Lukullus (opera)

CD 11/12 - Einstein (opera)

Brilliant Classics 9440 (12 cd's)

Klik hier voor de complete inhoudsopgave

 

Het label Brilliant Classics heeft een fijne neus voor onbekend talent en grossiert tegelijkertijd in uiterst kien gekozen licenties. De combinatie kan leiden tot verrassende compilaties, die uitgebracht worden onder de generieke noemer 'Edition'. Zo'n editie ligt hier voor ons, en in dit geval gaat het om opnamen die ruwweg een halve eeuw geleden werden gemaakt in de voormalige DDR.
De eerste zestig jaren van de levensloop van Paul Dessau (1894-1979) zijn een chaotische caroussel van gedwongen rondzwervingen, in de privésfeer gecombineerd met vier huwelijken. Paul kwam uit een joodse familie, waarin muziek een belangrijke rol speelde - opa was cantor in de synagoge. De viool was uiteraard zijn eerste instrument, en hij gaf zijn eerste concerten als tiener. Toen hij ontdekte dat zijn handen de ultieme virtuositeit niet aankonden gaf hij de viool op. Gelukkig had hij ook piano leren spelen, en dus lag de weg naar het kapelmeesterschap open, maar voor het zover was moest hij als soldaat zijn bijdrage leveren aan de Eerste Wereldoorlog. Componeren was voor een kapelmeester toen nog vanzelfsprekend, en het handwerk leerde hij bij bioscooporkesten en als operettedirigent. Adviezen zocht hij onder andere bij Otto Klemperer, die in Keulen zijn chef was.
Toen hij als componist zijn eerste successen boekte zette Adolf Hitler een forse streep door de rekening. Dessau nam de wijk naar Parijs, waar hij werk vond als filmcomponist. De oversteek naar Amerika was de volgende logische stap, maar eenmaal aangekomen was het sappelen. Werken op een kippenboerderij werd gecombineerd met het schrijven van - hoe kon het anders - muziek op hebreeuwse teksten. Opschuiven richting Hollywood zorgde voor een beetje lucht, maar het schrijven voor de filmindustrie beperkte zich voornamelijk tot (Dessau's woorden) 'Negerarbeit': muziek aanleveren voor beroemde filmcomponisten met een overvolle agenda - Dessau noemt Franz Waxman als een van zijn broodheren. In Hollywood legt hij contacten met collega Hans Eisler en Bertolt Brecht, mannen met linkse ideeën die in de USA niet getolereerd werden.
De terugkeer naar Duitsland wordt een terugkeer in de communistische DDR. Eisler en Dessau zijn daar de belangrijkste componisten, en na Eislers dood in 1962 heeft Dessau het rijk alleen. Wat niet wil zeggen dat de autoriteiten blij met hem zijn - zijn muziek is veel te onaangepast en zijn houding is er een van onverzettelijkheid. Er komt pas wat rust in zijn leven wanneer hij in 1954 in het huwelijk treedt met Ruth Berghaus, gerenommeerd choreografe en theatermaakster, en vanaf dat moment de moeder van zijn muziektheatrale producties. De laatste 25 jaar van zijn leven kan Dessau in betrekkelijke rust besteden aan het consolideren van zijn oeuvre en zijn reputatie, ook in het westen. Warme contacten met Hans Werner Henze en Luigi Nono zijn het resultaat - het linkse gedachtengoed is voor ieder van hen een essentiëel deel van het componeren.
In die laatste 25 jaar schrijft Dessau zijn vier belangrijkste muziektheatrale werken, de opera's Die Verurteilung des Lukullus, Puntilla, Einstein en Leonce und Lena. Ze werden opgenomen door de beste krachten die het Oostduitse muziekleven te bieden had: dirigent Otmar Suitner, bas Theo Adam en tenor Peter Schreier, om maar een paar namen te noemen. De grootste verdienste van deze Dessau-Edition is dat ze hier zijn samengebracht, waarschijnlijk voor de allerlaatste keer.

De eerste twee schijfjes in deze uitgave zijn gewijd aan symfonisch repertoire. Uit het voorafgaande blijkt zonneklaar dat Dessau bepaald geen symfonicus is geweest, maar een onverbeterlijk theaterdier. Dat theatrale haalde hij binnen in zijn instrumentale werken, en hij maakte graag gebruik van stijlcitaten - daarin was hij Alfred Schnittke een slag voor. De Sinfonische Adaptation van Mozarts Strijkkwintet KV 614 is als zodanig een briljant staaltje orkestratiekunst. Daarbij moet u vooral niet denken aan de intellectuele rigor van Anton Webern, maar veel meer aan een uitgelaten twintigste-eeuwse incarnatie van Wolfgang Amadeus zelf, wiens noten grotendeels intact worden gelaten. In de Bach-Variationen laat Dessau zijn fantasie los op een boerendansje van (C.P.) Emanuel Bach in elf variaties. In de Orchestermusik nr. 4 uit 1973 gaan alle remmen los en wordt Bachs Fantasie und Fuge BWV 537 het onderwerp van een muzikale nachtmerrie. Iets soortgelijks gebeurt ook al in de opera Einstein, waar dezelfde Fantasie van Bach letterlijk wordt geciteerd onder de tekst 'Saujud' (Rotjood).
De 'Mozart-Adaptation' wordt briljant gespeeld door de Staatskapelle Berlin (het orkest van de Staatsoper unter den Linden) onder Otmar Suitner. Het Gewandhausorchester onder de componist in de Bach-Variationen maakt er een potje van. Philips en EMI onderhielden destijds warme banden met de DDR: de Staatskapelle Dresden en het Gewandhausorchester waren immers voor een prikkie in te huren. Deze Dessau Edition drinkt uit dezelfde bron: opnamen die gemaakt zijn door het Oostduitse label Eterna. Ze werden in West-Duitsland uitgebracht door het label Berlin Classics. De labels Brilliant en Berlin zijn inmiddels in Nederland twee handen op één buik, een mooie gelegenheid om die oude Eterna opnamen opnieuw onder de aandacht te brengen.

De derde cd wordt volgespeeeld door Siegfried Stöckigt, die een prachtig album met pianomuziek opnam. De Pianosonate uit 1914 bewijst het kolosssale talent van de twintigjarige Dessau. Hoe de Oxford Dictionary durft te beweren dat Dessau pas op zijn dertigste begon met componeren is raadselachtig, zeker onder de verantwoordelijkheid van iemand als redacteur Paul Griffith. De overblijvende twee schijfjes zijn gewijd aan vokale muziek. De onvolprezen Gisela May leeft zich uit in liederen - niet alleen van Dessau, maar ook van Eisler.

Dit is de ultieme samenvatting van een tijdperk dat voorgoed is afgesloten. Het Trabantje op de hoes spreekt wat dat betreft boekdelen. Wie de muziek van Paul Dessau wil leren kennen moet nu toeslaan.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links