![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, december 2015
|
In 1963 voelde Alfred Desenclos de innerlijke noodzaak om een requiem te componeren in de Franse traditie van Fauré en Duruflé. Tegen beter weten in zou je zeggen, want in het toenmalige muzikale tijdsgewricht had hij met zoiets geen schijn van kans. Desenclos (1912-1971) schreef noten die ontroering teweegbrengen, iets waarmee je bij de aanhang van Boulez en de schrijvende pers destijds niet hoefde aan te komen. Zijn Requiem werd dan ook alleen opgemerkt door een sluwe koordirigent aan de andere kant van de oceaan, die er zijn eigen naam opplakte en er goede sier mee maakte. Inmiddels zijn de bakens verzet en is het stuk voor de tweede maal op cd verschenen. Jammer dat Desenclos zelf het niet meer heeft mogen meemaken. Alfred Desenclos moest op jonge leeftijd in het gezinsonderhoud mee helpen voorzien, en maakte een late start in de muziek. Die haalde hij snel in door in 1942 de Prix de Rome te winnen. In zijn studiejaren werkte hij als dirigent van kerkkoren, later hield hij zich ook bezig met het schrijven van filmmuziek. Veel van zijn werken componeerde hij voor de jaarlijkse eindexamens van het Parijse Consevatoire - zijn Incantation, thrène et danse voor trompet en orkest heb ik hier besproken. Het Requiem is een compact werk van ruim een half uur in de traditie van Fauré en Duruflé. Net als Duruflé maakte hij van de oorspronkelijke orkestversie een bewerking voor orgel. Op de oudste van deze beide opnamen wordt de orgelpartij gespeeld door zijn zoon Frédéric, een avontuurlijke musicus die een orgelversie van Bachs Wohltemperierte Clavier opnam die ik hier eveneens besprak. De beide opnamen die hier aan de orde zijn ontlopen elkaar niet veel, het verschil zit in de koorklank (bij de Britten wat scherper) en het toegevoegde repertoire. De Franse opname voegt een flink aantal koorwerken toe die Desenclos als beginnend koordirigent voor eigen gebruik schreef, plus een tweetal voorstudies (Nos Autem & Salve Regina) voor het Requiem. Op de Britse opname maken we kennis met een jongere generatiegenoot van Desenclos, Pierre Villette (1926-1998), leerling van Maurice Duruflé en studiegenoot van Pierre Boulez. Ook Villette mag zich pas na zijn dood verheugen in hernieuwde belangstelling, ongetwijfeld onder invloed van de opkomst van het 'nieuwe spiritualisme'. Deze muziek lijkt avant la lettre gecomponeerd te zijn voor deze sterk groeiende tendens in de eigentijdse muziek. Beter dan hier worden de aanhangers van het genre niet bediend. index |
|