CD-recensie
© Siebe Riedstra, december 2018
|
Deze uitgave bestaat uit vijf live-opnamen die tijdens vier concerten werden opgenomen. Dat zegt iets over de ondernemingslust van het orkest van Oregon, dat eerder een prijs in de wacht sleepte voor innovatief programmeren. Het bewuste programma verscheen integraal eveneens op een cd van het label Pentatone, met een Grammy nominatie als resultaat. De titel van de cd was Music for a time of war, met werken van Ives, Adams, Britten en Vaughan Williams (Symfonie 4) - ik heb hem hier besproken. Op deze nieuwkomer geen herhaling van zetten, want de betreffende werken werden 'verstopt' in programma's met publiekstrekkers, volgens de aloude sandwichformule. Een beproefd programmeertruukje dat een stekelig werk plaatst tussen twee geliefde werken, en in Amerika nog steeds opgeld doet. In Holland is het op een haar na afgeschaft, met alle gevolgen van dien voor onze componerende landgenoten. U zult het misschien moeilijk kunnen geloven, maar in Amerika ben je als componist heel wat beter af dan in Nederland. Honderden orkesten en evenzovele universiteiten zorgen voor een constante stroom aan opdrachten die een leger componisten aan het werk houdt. Een deel van het resultaat krijgen we hier te horen. Magiya (Magie) van de Britse componist Sean Shepherd (1979) is een homage aan de Russische componisten die een patent lijken te hebben op het sprookjes genre, en in het bijzonder een opdracht aan de man die de werldpremière dirigeerde, Valerie Gergiev. Sebastian Currier (1959) schreef een Microsymph die precies is wat het woord suggereert: een symfonie in zakformaat. Christopher Rouse (1949) is de man van het brede romantische gebaar. In zijn eigen toelichting komt Rouse wat betreft Supplica (smeekbede) niet verder dan te beschrijven wat het werk niet is. Wat is het wel? Een 'adagio for strings' met hier en daar versterking van hout- en koperblazers. Souvenirs van Samuel Barber is de vreemde eend in deze bijt van eigentijdse toondichters, hij overleed in 1981. Souvenirs is een laat werk dat in verschillende gedaantes verscheen: als duo voor twee piano's, als ballet, en in een orkestvermomming. Een elegante partituur in drie delen, zoals alleen Barber die in 1952 kon schrijven. Kenji Bunch (1973) zorgt voor een werk dat er onmiddelijk uitspringt door zijn levenslustige, humoristische en desondanks volkomen serieuze opzet. Hij noemt zijn 23 minuten durende partituur Aspects of an Elephant, maar maakt in de toelichting duidelijk dat hij het net zo goed concert voor orkest had kunnen noemen . Een volstrekt origineel werk dat nergens terugvalt op gemakzuchtige clichés, uitstekend geïnstrumenteerd en dus uitdagend voor de musici, en herkenbaar passend in een traditie die gevestigd werd door Aaron Copland en sindsdien het etiket Americana opgeplakt heeft gekregen. Een schot in de roos. index |
|