CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, november 2017

 

Coste: 25 Études de Genre op. 38

Claudio Giuliani (gitaar)
Et'cetera KTC 1579 • 58' •
Opname: zomer 2015, Sound Makers Studio, Rome

 


Napoléon Coste (1805-1883) was de Jimi Hendrix van zijn tijd: een gitarist die voortdurend op zoek was naar de grenzen van zijn instrument. Onder invloed van de toenemende mogelijkheden van de fortepiano stond de gitaar onder forse druk. Conte was niet alleen een virtuoos bespeler en een productieve componist, hij ontwierp ook nieuwe gitaarmodellen met meer snaren en meer fretten, dus een groter bereik. Van het enorme aantal composities dat hij voor de gitaar schreef worden de 25 Études de Genre opus 38 beschouwd als zijn magnum opus. In Costes geboortejaar kwam de Eroica van Beethoven voor het eerst tot klinken, zijn sterfjaar deelde hij met Richard Wagner. De invloed van Beethoven en Wagner zijn in het werk van Coste niet terug te vinden, maar wel wordt duidelijk dat hij goed naar Chopin heeft geluisterd. Zowel Coste als Chopin kozen ervoor om in de Franse hoofdstad hun artistieke ontplooing na te volgen.

De gitaar is op de grote concertpodia weggeconcurreerd door de kolossale concertvleugel, en de kans dat men deze etudes in de concertzaal kan beluisteren is gelijk nul. Gelukkig zijn er gitaristen die zich daardoor niet laten weerhouden om dit repertoire een kans te geven in kleinere zettingen en uiteraard ook in de opnamestudio. Claudio Giuliani is niet de enige, hij mag de competitie aangaan met Jeffrey McFadden op het label Naxos en van Flavio Apro op Brilliant. Wanneer we de drie op een rijtje zetten is Apro met zijn overdreven romantische en gedateerde speelstijl niet ieders smaak. McFadden en Giuliani kiezen een benadering die dichter bij het notenbeeld blijft. McFaddden gaat er wat vrijer mee om dan Giuliani, die dus bij herhaalde beluistering minder zal gaan vervelen. Blijft over het aanvullende repertoire. Giuliani laat het bij de Etudes, met een speelduur van een uurtje. Apro vindt tijd voor de Serensde opus 30, goed voor een kwartier extra, en McFadden sprokkelt er nog tien minuten bij met wat losse werkjes.

Bij opnamen van gitaarmuziek wil het glijden van de vingers over de snaren nogal eens voor hinderlijke bijgeluiden zorgen. Daar is hier nauwelijks iets van te merken, ook al is er in een studio met een intieme ambiance gewerkt. Een mooie cd voor de kleine uurtjes.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links