CD-recensie
© Siebe Riedstra, september 2023 |
John Corigliano werd in 1938 geboren in New York, waar zijn vader van 1943 tot 1966 concertmeester was van het New York Philharmonic Orchestra. Van zijn moeder leerde hij pianospelen. De muziek is hem dus met de paplepel ingegoten en we mogen aannemen dat zijn achtergrond hem heeft geleerd om zich behendig te bewegen in belangrijke muzikale kringen. Corigliano is een componist van de overtreffende trap. De monumentaliteit schuilt niet in de omvang van zijn oeuvre maar in de individuele uitingen (Corigliano heeft in een interview gewezen op het feit dat hij in elk genre maar één werk heeft gecomponeerd: symfonie, vioolsonate, strijkkwartet, pianoconcert, etc.). Bovendien is er altijd een sterk theatraal aspect, of het nu gaat om zijn gigantische Aids Symphony of de opera The Ghosts of Versailles geschreven voor de Metropolitan Opera te New York.
Zijn eerste opvallende prestatie leverde de dertigjarige componist met zijn pianoconcert uit 1968: een groots opgezet vierdelig werk van ruim een half uur. Hij schreef het in opdracht van het San Antonio Symphony Orchestra en pianiste Hilde Somer. Het werd nog datzelfde jaar opgenomen en een aardige bijzonderheid is dat Corigliani senior daarbij de concertmeester was. Het is buiten de Verenigde Staten (nog) geen repertoirestuk geworden, maar mag zich wel in een gezonde discografische belangstelling verheugen. In 1996 bracht het label RCA een registratie uit met Barry Douglas als solist; Leonard Slatkin dirigeerde het Saint Louis Symphony Orchestra. Corigliano heeft een uitgesproken mening over de relatie tussen componist en luisteraar, waarover hij het volgende opmerkte:
Duidelijke taal waarmee Corigliano in de voetstappen treedt van zijn directe voorganger Samuel Barber. Dat blijkt ook zonneklaar uit de verwantschap tussen dit pianoconcert en het concert van Barber, dat vier jaar eerder zijn première beleefde met John Browning en in 1963 bekroond werd met een Pulitzer Prize. In 1986 ontving Corigliano van de Van Cliburn International Piano Competition de uitnodiging voor een verplicht werk voor de twaalf finalisten. Hij besloot dat het geen virtuoos showcase moest worden maar een persoonlijke reactie op een nieuw opkomend verschijnsel: minimal music. Uitgaande van het tweede deel van de Zevende symfonie van Beethoven, dat gebaseerd is op een obsederende ritmische herhaling, schreef hij zijn Fantasy on an Ostinato. Het is zijn meest gespeelde partituur geworden, zowel in de pianoversie als in de orkestversie die in 1986 door Zubin Mehta en het New York Philharmonic werd geïntroduceerd. De Etude Fantasy is Corigliano's eerste belangrijke pianowerk, geschreven in 1976 voor James Tocco. Bijzonder aan dit opus is dat de vijf afzonderlijke etudes zonder onderbreking worden gespeeld, en dat de openingsetude For the Left Hand Alone getiteld is. Op deze opname heeft iedere etude wel zijn eigen tracknummer meegekregen. Winging it uit 2008 vond zijn basis in drie improvisaties die Corigliano op een digitaal klavier inspeelde en vervolgens liet transcriberen. Met wat kleine aanpassingen werden ze zo in partituur gebracht. De Prelude for Paul is een kort en lyrisch opdrachtwerkje voor een bevriende biotechnicus met een grote liefde voor klassieke muziek (hij liet de opening van Rachmaninovs Tweede pianoconcert op zijn arm tatoeëren). Deze cd kreeg als titel The Complete Solo Piano Music. Gezien het feit dat voorgaande opnamen van het Pianoconcert niet of erg moeilijk verkrijgbaar zijn, alleen al om die reden een zeer welkom initiatief. Een initiatief dat overigens past in de programmering van Naxos, waarvoor inmiddels een fors aantal werken van Corigliano zijn opgenomen. Het orkestrale aandeel wordt verzorgd door het Albany Symphony uit de staat New York, een orkest dat zich sinds 1992 onder leiding van David Alan Miller een naam heeft verworven om zijn inzet voor eigentijdse muziek. Pianist Philip Edward Fisher levert een topprestatie en het feit dat Corigliano zelf voor de toelichting tekende zegt genoeg over de kwaliteit van deze unieke uitgave. index |
|