CD-recensie
© Siebe Riedstra, februari 2021
|
Zoals meestal duikt de toelichting bij deze cd meteen op de muziek van Anna Clyne zonder voorafgaande kennismaking met de persoon. Op haar website stelt ze zichzelf als volgt voor:
Anna Clyne werd in 1980 geboren in Londen en begon op haar elfde te componeren. Ze studeerde aan de University of Edinburgh en behaalde haar master aan de Manhattan School of Music. Daar studeerde ze onder meer bij Julia Wolfe, een van de initiatienemers van Bang on a Can, het welbekende New Yorkse podium voor muziek die een jong publiek zoekt. Vanuit die invalshoek is Anna Clyne in New York aan het werk gegaan en heeft tot haar dertigste werken geschreven waarin elektronica een belangrijke rol spelen. Geen elektronische muziek zoals we die kennen van Stockhausen of Berio, maar verwant aan de electronic music die al enige decennia deel is van de dance, hiphop en house scene. De weerslag van die ontwikkeling vinden we op het album Blue Moth uit 2012, dat in zijn geheel op YouTube te beluisteren is maar merkwaardig genoeg niet op Spotify.
De ontwikkeling die Clyne in de volgende tien jaar doormaakte wordt gemarkeerd door uitnodigingen tot opdrachtwerken van diverse belangrijke orkesten als composer in residence. Ze zijn hier gebundeld onder de titel Mythologies, een verwijzing naar een gedicht van William Butler Yeats:
De composities (songs) van Clyne roepen bij de luisteraar een gevoel van herkenning op (old mythologies). Nu niet meer door elektronische middelen, maar door nostalgische melodieflarden, kleurrijke orkestraties, Beethoveniaanse ostinati en verdroomde vergezichten. Muziek die de luisteraar de hand rijkt en toch voldoende luisteravontuur biedt. Clyne viel internationaal op toen haar korte curtain raiser Masquerade het openingsweek was van de Last Night of the Proms in 2013. Voor het eerst werd toen de Last Night gedirigeerd door een dame, Marin Alsop, en het werd een triomf voor dirigent zowel als componist (Alsop hield een speech die nog nadreunt). Orkesten stonden in de rij bij Clyne, met voorop het eerbiedwaardige Chicago Symphony Orchestra, dat haar uitnodigde als composer in residence te werken in 2010/11 - die uitnodiging werd verlengd tot 2014. Riccardo Muti dirigeerde de première van het opdrachtwerk Night Ferry dat tevens op het eigen label van het orkest werd uitgebracht. Het vioolconcert The Seamstress is eveneens een opdracht van Chicago, geschreven voor violiste Jennifer Koh met een vervreemdende spreekrol voor Irene Buckley. Aanvankelijk bestaat het vocale aandeel uit niet meer dan een gestokt inademen hier en daar, en de tekst is nauwelijks te volgen (dat is ook niet de bedoeling). Ook hier houdt een onbestemde sfeer de luisteraar ademloos gevangen en combineren nostalgische (Schotse volksmuziek) klanken een vertrouwd gevoel met iets van onrust. Jennifer Koh - het spreekt vanzelf - is de ideale soliste. <<rewind<< is het oudste stuk op de cd, de titel zegt alles, en de muziek blijft het dichtst bij Clyne's elektronische wereld van voorheen. This Midnight Hour is ontstaan als opdrachtwerk van het Orchestre de l'Île de France en het Seattle Symphony Orchestra. Schrik niet, na een rustgevende koraalmelodie eindigt het werk met één enkele hengst op de pauken. Het zegt iets over het succes van Anna Clyne dat slechts één werk op deze uitgave hier zijn cd-première beleeft, maar daar staat dan weer tegenover dat een componist van deze kwaliteit tot haar veertigste heeft moeten wachten op een complete schijf die recht doet aan haar talenten. Het is alweer de publieke omroep (BBC) die deze schitterende bloemlezing mogelijk maakte, in een voortreffelijke opnamekwaliteit en met orkestspel dat diepe bewondering oproept. De namen van de betrokken dirigenten staan er borg voor. index |
|