CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, november 2012

 

 

Bridge – Orchestral Works | The Collector’s Edition

klik hier voor de gedetailleerde cd-gegevens

Sarah Connolly (mezzosopraan),
Philip Langridge (tenor), Roderick Williams (bariton), Alban Gerhardt (cello), Howard Shelley (piano), BBC National Chorus and Orchestra of Wales o.l.v. Richard Hickox

Chandos CHAN 10729 • 7.07' • (6 cd’s)

Opname: 2000-2004, Brangwyn Hall, Swansea, Wales

Over Frank Bridge (Engels)


Onder de noemer The Collector’s Edition brengt Chandos haar complete discografische nalatenschap van dirigent Richard Hickox uit, en die is niet gering. Toen hij op 23 november 2008 op zestigjarige leeftijd overleed had hij ruim 280 cd’s voor Chandos gedirigeerd. Een substantieel deel daarvan ontstond in Wales, waar hij van 2000-2006 chef was van het BBC Chorus and Orchestra. Hickox had een onwaarschijnlijk breed repertoire en een nog onwaarschijnlijker werklust. Hij heeft een niet te onderschatten bijdrage geleverd aan het verkennen van de Britse muziek, en een van de meest belangwekkende daarvan is deze collectie met orkestrale en vocale muziek van Frank Bridge.

Bridge heeft de pech dat hij de mentor was van Benjamin Britten, die hem prompt vereerde met een werk dat bekender werd dan alle stukken van zijn leraar bij elkaar: de Variations on a theme of Frank Bridge. Britten (1913) schreef het in 1937 op verzoek van Boyd Neel, de oprichter van een geliefd strijkorkest. Bridge was toen 58 jaar oud.

Frank Bridge werd geboren in 1879. Ter vergelijking: Schönberg stamt van 1874, Strawinski van 1882. Bridge studeerde viool aan het Royal College of Music en compositie bij de Brahmsiaan Charles Villiers Stanford. Hij was actief als violist, altviolist, dirigent en pedagoog. Zijn eerste successen als componist boekte hij met kamermuziek. Als orkestraal componist brak hij in 1911 door met The Sea, de Britse tegenhanger van Debussy’s La Mer. Bridges schepping is een vierdelig symfonisch gedicht met alle karakteristieken van een symfonie. Ze werd zijn meestgespeelde partituur, zowel in de concertzaal als in de opnamestudio.

De Eerste Wereldoorlog deelde enorme klappen uit, zowel persoonlijk als collectief. De pacifist Bridge verloor niet alleen een groot aantal vrienden, maar ook zijn geloof in de muziek van de voorbije eeuw. Daarin stond hij natuurlijk niet alleen - alle negentiende-eeuwse romantische zekerheden werden omvergeschopt. Strawinski schreef Le Sacre du Printemps en Schönberg componeerde Pierrot Lunaire. Bridge vocht zijn persoonlijke scheppingscrisis uit in de Pianosonate van 1922. Zijn schrijfwijze wordt dissonanter en neigt meer en meer naar de harmonische organisatie van iemand als Alban Berg, voor wiens werk hij grote bewondering koesterde.

Die neiging zet door in twee grote concertwerken die hij componeerde in het laatste decennium van zijn leven: het celloconcert Oration uit 1930 en het pianoconcert Phantasm van een jaar later. In 1940 volgt nog de concertouverture Rebus, die met een synthese tussen zijn romantische en modernistische stijl zijn symfonische oeuvre afsluit. Nog een wereldoorlog is meer dan deze gevoelige humanist kan verdragen, hij overlijdt in 1941.

Het definitieve verhaal van de componist Frank Bridge wordt niet alleen verteld in zijn orkestwerken. Om het inzicht compleet te maken hebben we ook de kamermuziek nodig. Wat dat betreft zijn we intussen riant bediend door het label Naxos. Chandos verschaft ons de definitieve introductie tot het orkestrale en vocale levenswerk van Frank Bridge, in ideale uitvoeringen en schitterende opnamen. Een niet te missen document.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links